Aantal jongeren in Jeugdzorgplus neemt verder af

Het aantal jongeren dat in de Jeugdzorgplus wordt geplaatst neemt opnieuw af. Het afgelopen jaar met tien procent. Wel zien we de regionale verschillen toenemen. Dit blijkt uit ons nieuwe factsheet met de plaatsings- en uitstroomgegevens in de JeugdzorgPlus.

In 2019 lanceerde Jeugdzorg Nederland samen met andere partijen het actieplan ‘De best passende zorg voor kwetsbare jongeren’. Deze heeft onder andere als doel om gesloten jeugdhulp zoveel mogelijk te voorkomen. Sinds die tijd is het aantal plaatsingen gehalveerd van 1706 (2019) naar 891 (2023). “Iets om trots op te zijn”, zegt Mirjam van den Nieuwenhuijzen, ons bestuurslid. “We geloven er sterk in dat kinderen het beste thuis bij hun ouders op kunnen groeien. Maar we weten ook dat er thuis soms veel problemen zijn. Daarom werken we, met bijvoorbeeld gemeenten, onderwijs en de ggz samen om problemen bij jongeren en hun ouders veel sneller in beeld te krijgen. Zodat we die problemen kunnen oplossen voordat ze uit de hand uit lopen. Zo vergroten we de kans dat kinderen thuis fijn en veilig kunnen opgroeien.”

Snel van start met landelijke regie

Toch zijn er ook kanttekeningen te plaatsen bij de cijfers. De verschillen tussen de regio’s nemen toe. Zo gaat de afbouw in sommige regio’s beduidend langzamer. En het verschilt ook per regio hoe lang jongeren in de gesloten jeugdzorgplus blijven en het aantal jongeren dat vanuit de vrijwillige jeugdzorg wordt doorgeplaatst in de gesloten jeugdzorg. Een opdracht voor het Rijk volgens Van den Nieuwenhuijzen: “het Kabinet heeft onze beweging extra kracht bijgezet door in 2030 geen gedwongen plaatsingen meer te willen. Een ambitieuze planning die wij als sector mee willen helpen realiseren. Maar daarvoor zijn wel landelijke regie en oplossingen nodig. Nu zijn er te veel verschillen in regionale visies, beleid en inrichting van het zorglandschap. Ik ga er dan ook vanuit dat hier schot in komt met de aanstelling van Leon Meijer als bestuurlijk aanjager.“

Geen afbouw zonder opbouw

Daarbij vult Van den Nieuwenhuijzen aan dat je niet kan blijven afbouwen, zonder goede alternatieven op te bouwen. “We kunnen zeggen dat we in een paar jaar geen gesloten jeugdzorg meer willen, maar daarmee zijn de problemen voor jongeren die hulp nodig hebben niet opgelost. We zetten vanuit de sector in op kleinschalige en open jeugdzorg. Maar dit gaat niet zomaar. Deze vorm van zorg vraagt om meer begeleiding en personeel, om andere locaties en om een stelsel waarin de jeugdzorg niet meer het toevluchtsoord is van verwijzers om jongeren naar toe te sturen die vanwege complexe en gecombineerde problemen nergens anders terecht kunnen. Bouw je dus af zonder dat daar goede en passende zorg voor in de plaats komt, dan doe je al die jongeren tekort.”


Deel deze pagina: