Wat als de JeugdzorgPlus morgen stopt? Er is veel te doen over de gesloten jeugdhulp. De vraag naar deze zorg neemt af, maar is er nog steeds. Daarom moeten we verder gaan dan alleen maar roepen dat de JeugdzorgPlus moet stoppen. Om de discussie over dit onderwerp aan te jagen en verandering te stimuleren, vraagt Jeugdzorg Nederland aan verschillende betrokkenen hoe zij tegen dit vraagstuk aankijken. Welke alternatieven zijn er nodig als de gesloten jeugdhulp niet meer zou bestaan? Hoe gaat het op dit moment in de JeugdzorgPlus? Vandaag deel 4 met Frederique Coelman
Frederique Coelman is sinds 2013 directeur van de Koppeling, de JeugdzorgPlusinstelling in Amsterdam. Drie jaar geleden stopte de Koppeling met separeren. In 2019 verhuisden twee groepen naar een woning in de stad. Over een half jaar zijn álle jongeren weg uit het oude jeugdgevangenisgebouw. Er is veel in gang gezet, maar morgen stoppen met gesloten jeugdzorg? “Dat vind ik nog niet verantwoord.”
“Negen jaar geleden ben ik de eerste geweest die zei: We gaan onszelf overbodig maken. Dat gaf veel rumoer. Dat kán niet, wij zijn de intensive care van de jeugdzorg in Nederland, hoorde ik. Neem me niet kwalijk, maar dat waren we negen jaar geleden absoluut niet. Toen waren we het afvoerputje. Als mensen in de samenleving niet meer wisten wat er met een kind moest, als het te moeilijk of te gevaarlijk was, stuurden ze het naar de JeugdzorgPlus. Dat is nog steeds op veel plaatsen zo.
We beschermen kwetsbare kinderen tegen zichzelf en de gevaren in de buitenwereld. Het heeft niet geholpen dat JeugdzorgPlus op meerdere plekken gevestigd werd in oude jeugdgevangenissen. Dat is een cruciale weeffout geweest. Het gold ook voor de Koppeling, een oud gevangenisgebouw, op een lelijke plek tegen de snelweg geplakt. Daar zaten kinderen die uit de samenleving geduwd werden. Zo van ‘Strik eromheen en maak er maar een mooie wedstrijd van’. Uiteindelijk besefte ik dat het aan ons is om openheid te geven over de geslotenheid die we bieden.
We zijn mensen gaan uitnodigen: politie, onderwijs, gemeente, verwijzers, andere jeugdhulporganisaties. We hebben ze deelgenoot gemaakt en ik heb zaken scherp gesteld: Jullie wisten niet meer hoe het verder moest met dit kind of dit gezin. Nu verwachten jullie van ons een quick fix en wijzen vervolgens met de vinger dat we het niet goed doen. Zo zijn we niet getrouwd.
In het Amsterdamse hebben we het nu goed voor elkaar. Sinds 2018 vormen politie, gemeente en onderwijs met de jeugdhulpinstellingen samen de beweging ‘Radicaal stoppen met dwang en drang’. Als iemand zich grote zorgen maakt over een jongere die onder een brug slaapt en nergens een plek vindt, zoeken we oplossingen zonder hem gesloten te plaatsen. Iedereen heeft zich gecommitteerd aan de opdracht.
We zijn gaan oefenen. Als gedacht wordt aan een gesloten machtiging doen we alsof de Koppeling er niet is. Wat gebeurt er dan? Wat kan anders? Het heeft geleid tot een pamflet waarin de bestuurders van de kernorganisaties zich hebben uitgesproken: geen kind gesloten. En het heeft geleid tot andere oplossingen en anders denken, bijvoorbeeld door te verdragen en te vertragen bij machteloosheid. Maar uiteindelijk is de héle samenleving verantwoordelijk. We moeten meer omzien naar elkaar, ondersteuning bieden als buren het lastig hebben. Er zijn meer pleeggezinnen nodig en het hele proces in de jeugdhulp moet anders. Als het moeilijk wordt thuis of op een groep word je nu overgeplaatst en weer overgeplaatst. Dat moet stoppen en dat vraagt wat van álle partners.
Ik wil dat we zorg op een andere manier organiseren, kleinschaliger en alles op alles zetten om kinderen optimaal thuis te laten opgroeien. Als kinderen niet meer thuis kunnen wonen, wonen ze in een pleeggezin, een gezinshuis of een kleinschalige woongroep. Daar mogen ze blijven, ook als ze al vijf keer door de ruit zijn gegaan. Dat speciale wonen moeten we duurzaam en onvoorwaardelijk organiseren, in plaats van kinderen van plek naar plek te sturen. Dat is de groep die nu naar JeugdZorgplus gaat. We moeten eerder relationele zorg bieden, trauma’s behandelen, aandacht en liefde geven.
Sinds 2013 hebben we binnen de Koppeling veel stappen gezet. Het meest concrete resultaat is dat we drie jaar geleden de separeerruimte gesloten hebben. De zorg kan nog steeds beter. Werken met kinderen en gezinnen met complexe en meervoudige problemen is topsport en topsporters verdienen optimale ondersteuning. We hebben een training vakmanschap ontwikkeld. Rode draad daarin is de presentiebenadering. Het relationele werken staat centraal. Medewerkers leren om achter het gedrag van kinderen te kijken en vanuit de relatie af te stemmen op wat een kind nodig heeft.
In 2013 behandelden we 72 kinderen. Nu hebben we 32 kinderen, verdeeld over vijf kleinschalige groepen. Twee groepen zitten sinds 2019 in een gewone straat in Amsterdam. Hier verblijven meisjes die te maken hebben met seksespecifieke problematiek en mensenhandel. De buitendeur is op slot. De kamerdeur van de meisjes kan ook op slot, maar onze werkwijze is erop gericht dat zoveel mogelijk te voorkomen. Het gebeurt af en toe nog, het is een lerend proces, maar als iemand een suïcidepoging doet, dan is dat nooit een reden voor afzondering. We blijven erbij en laten ze niet alleen.
Onderwijs gaat zoveel mogelijk door, al lukt dat niet voor alle meisjes meteen. Sommige hebben nog bescherming, rust of behandeling nodig. Maar zodra het kan gaan ze naar de school van herkomst of naar de school van de toekomst. Als het nodig is gaat er iemand mee of worden ze gehaald of gebracht. Onderwijs is de beste vorm van zorg voor kinderen. Je moet zorgen dat ze hun talent ontdekken en kunnen blijven leren.
Ik zou het niet verantwoord vinden om morgen álle deuren te openen. Kinderen waar je nog geen relatie mee hebt opgebouwd lopen weg, worden weer verkracht in kelderboxen, onttrekken zich aan traumabehandeling, gaan weer zwerven en dingen doen die niet goed zijn voor henzelf of anderen.
Natuurlijk ga ik voor de 0-ambitie: geen kind meer gesloten. Voor de meeste kinderen kunnen we alternatieven creëren, is mijn overtuiging. Maar meisjes die slachtoffer zijn van mensenhandel hebben soms even bescherming nodig, en dat betekent dat de voordeur op slot zit. Meisjes die verkracht worden door meerdere mannen tegelijk zijn zich vaak nog onvoldoende bewust wat wel of niet goed voor ze is. Ze verdienen bescherming tegen zichzelf en tegen de buitenwereld. Geslotenheid is soms nodig om bij hen bewustwording op gang te krijgen. Ook het netwerk om die meisjes heen is belangrijk, met elkaar moet je relationele bescherming gaan bieden. Dat vraagt rust en tijd.”
Lees ook de column van ons bestuurslid Bas Timman over de actuele ontwikkelingen rond de JeugdzorgPlus. Meer weten over initiatieven om te komen tot eerdere, snellere en beter passende hulp? Kijk dan op deze webpagina van StroomOP
Lees alle verhalen in de reeks ‘Als morgen de JeugdzorgPlus stopt’ door ‘Als morgen..’ aan te klikken in het rechtermenu op onze nieuwspagina