Als morgen de JeugdzorgPlus stopt: Jan Pieter Meijer

Wat als de JeugdzorgPlus morgen stopt? Er is veel te doen over de gesloten jeugdhulp. De vraag naar deze zorg neemt af, maar is er nog steeds. Daarom moeten we verder gaan dan alleen maar roepen dat de JeugdzorgPlus moet stoppen. Om de discussie over dit onderwerp aan te jagen en verandering te stimuleren, vraagt Jeugdzorg Nederland aan verschillende betrokkenen hoe zij tegen dit vraagstuk aankijken. Welke alternatieven zijn er nodig als de gesloten jeugdhulp niet meer zou bestaan? Hoe gaat het op dit moment in de JeugdzorgPlus? Vandaag deel 7 met Jan Pieter Meijer, jeugdbeschermer en crisisspecialist bij Jeugdbescherming Gelderland.

Jan Pieter Meijer is jeugdbeschermer en crisisspecialist bij Jeugdbescherming Gelderland. Hij werkt in een team dat alle gesloten plaatsingen in Oost-Nederland coördineert. “Het is verkeerd en gevaarlijk om morgen de JeugdzorgPlus te sluiten. Er zijn geen alternatieven.”

“In ons team zien we zien een enorme onmacht bij professionals en ouders. We zien ook dat goede hulp ontbreekt. Als ik ’s avonds om tien uur door de politie gebeld word, moet ik liefst binnen een paar uur een plek hebben. Het gaat om jongeren die grenzeloos zijn met drugs, die seksueel super kwetsbaar zijn, psychisch in de war of suïcidaal. Die moeten we ergens naartoe kunnen sturen. De verslavingszorg wil ze niet, de ggz ook niet. Wat is dan het alternatief?

Vorige week lag een jongen in het ziekenhuis omdat hij beide polsen had doorgesneden. Er speelde van alles in het gezin, waardoor hij niet naar huis kon. De jongen moest weg uit het ziekenhuis. Hij vroeg zelf om een gesloten plaatsing, hij wilde tegen zichzelf in bescherming genomen worden.
Twee weken geleden belde een groepsleider van een open groep. Een jongen had harddrugs ingenomen en liep bij het spoor. Een meisje van veertien jaar wilde per se terug naar de camping waar een 28-jarige man haar misbruikte en drogeerde. Hoe houden we haar tegen zonder gesloten deur? Laten we haar bij die vent zitten?

Als de kinderrechter een besluit neemt en niemand weet wat er moet gebeuren moet de gesloten jeugdzorg een kind binnen 24 uur opnemen. Driekwart van de jongeren die ik moet plaatsen is spoed, specialistische crisisplaatsen ontbreken. Om als jongere in de ggz opgenomen te worden moet je acuut suïcidaal of ernstig psychotisch zijn. Als er weinig plekken zijn, is heel veel niet acuut. De verslavingszorg weert jongeren die niet gemotiveerd zijn. Deze jongeren zíjn niet gemotiveerd. Soms moet je ze even gesloten plaatsen voor een detox of om ze uit hun omgeving te halen. Voor veel jongeren is de gesloten jeugdzorg een, soms levensreddende, tussenstap en die stap is niet per se verkeerd. Het wordt verkeerd als het te lang duurt en er geen passend alternatief komt.

Ik ben bang voor sluiting van de gesloten jeugdzorg in hoge snelheid. Ik heb het eerder mis zien gaan. In 2015 ging de verantwoordelijkheid voor jeugdzorg naar gemeenten. Het plan was om jongeren minder snel uit huis te plaatsen en meer ambulante hulp te bieden. Groepen gingen dicht vanuit de gedachte dat er dan vanzelf alternatieven zouden ontstaan. Die zijn er niet gekomen en daar plukken we nu de wrange vruchten van. Twaalf jaar geleden kon ik kiezen waar ik een jongere in crisis plaatste. We zochten een plek zo dicht mogelijk bij huis. Dat kan al lang niet meer. We konden voor de ene kiezen voor een kleine groep en voor de ander juist een grotere en anoniemere plek. Die luxe hebben we niet meer.

Ik vind een deel van de boodschap die Het Vergeten Kind in de campagne tegen de gesloten jeugdzorg voert te scherp. Het probleem los je niet op met de oproep om de gesloten jeugdzorg volledig te sluiten. Het gesprek vraagt om zorgvuldigheid en nuancering. Er wordt een zwart beeld geschetst van de gesloten jeugdzorg en er wordt gesteld dat we er direct vanaf moeten. We moeten jongeren bieden wat ze nodig hebben. Voor sommige jongeren blijft het nodig om even begrensd te worden. Liefdevol en met geduld, maar binnen de veiligheid van een hek of een deur. Sommigen zijn echt de weg kwijt, gedragen zich monsterlijk, willen niks, zijn agressief, verslaafd, blijven weglopen. Je gaat voorbij aan hun problematiek als je zegt dat liefdadige en kleinschalige zorg de oplossing is. We moeten de zorg in de fase daarvoor verbeteren. Ik ken nauwelijks plekken waar de inhoudelijke expertise van de verslavingszorg, de ggz en de kennis van gesloten jeugdzorg samengaan. Het zijn nog teveel gescheiden werelden en samenwerking stuit op financieringsproblemen, regelgeving, cao’s.

Ik zie problemen van jongeren verergeren omdat er te laat wordt ingegrepen of eerst goedkopere hulp wordt ingezet. Als we in het begin beter met kennis en expertise inschatten wat er werkelijk aan de hand is, voorkomen we later problemen. Dan gaat het niet alleen om het stellen van een diagnose, maar om wat er in het hele gezin speelt.

De meeste mensen die in de gesloten jeugdzorg werken zijn goud waard. Als er alternatieve plekken komen blijft hun kennis en expertise keihard nodig. Het gesprek moet gaan over wat er eerder beter moet. Hoe moedigen we ouders aan om over hun problemen te praten, zonder dat ze bang zijn dat er een melding in een dossier belandt? We zien heel veel kinderen in de jeugdzorg terechtkomen na een scheiding. Waarom bieden we relatietherapie niet gratis aan? Waarom krijgen aankomende ouders geen voorlichting over opvoeding en de moeilijkheden. Waarom pakken we armoede niet aan?

Ook omgaan met veiligheid is een debat waard. In de jeugdzorg en jeugdbescherming is de angst om fouten te maken groot. Na een aantal gruwelijke incidenten zijn er allerlei veranderingen doorgevoerd gericht op het voorkomen van fouten. We willen minder kinderen uit huis plaatsen, maar als het thuis mis gaat wordt de sector als schuldige aangewezen. Daarom is het belangrijk dat er goed opgeleide mensen met verstand van zaken werken, die niet zo snel schrikken, met hun eigen emoties om kunnen gaan en die niet alleen op veiligheid koersen.”

 

Lees ook de column van ons bestuurslid Bas Timman over de actuele ontwikkelingen rond de JeugdzorgPlus. Meer weten over initiatieven om te komen tot eerdere, snellere en beter passende hulp? Kijk dan op deze webpagina van StroomOP.

Eerder verschenen in de reeks “Als morgen de JeugdzorgPlus stopt” de verhalen van Giovanni Coenen, Romy, Klaas Reis, Frederique CoelmanMarleen Luimes & Elise Melker en Kavita Parbhudayal.


Deel deze pagina: