Als morgen de JeugdzorgPlus stopt: Kavita Parbhudayal

Wat als de JeugdzorgPlus morgen stopt? Er is veel te doen over de gesloten jeugdhulp. De vraag naar deze zorg neemt af, maar is er nog steeds. Daarom moeten we verder gaan dan alleen maar roepen dat de JeugdzorgPlus moet stoppen. Om de discussie over dit onderwerp aan te jagen en verandering te stimuleren, vraagt Jeugdzorg Nederland aan verschillende betrokkenen hoe zij tegen dit vraagstuk aankijken. Welke alternatieven zijn er nodig als de gesloten jeugdhulp niet meer zou bestaan? Hoe gaat het op dit moment in de JeugdzorgPlus? Vandaag deel 6 met Kavita Parbhudayal, wethouder in Den Haag.

Kavita Parbhudayal is als wethouder in Den Haag verantwoordelijk voor de jeugdzorg. Wat haar betreft moet de discussie niet gaan over open of gesloten jeugdzorg, maar over wat kinderen nodig hebben. “Je kunt wel zeggen: we bouwen de gesloten jeugdzorg af, maar we kunnen geen afscheid nemen van deze kinderen. Ze zijn er gewoon en ze hebben veel specialistische begeleiding nodig.”

Wethouder Kavita Parbhudayal (VVD) noemt de jeugdzorg ‘het moeilijkste onderdeel’ uit haar portefeuille. “Het gaat over kwetsbare kinderen. Afgelopen jaren ging het gesprek veel over de tekorten van gemeentes, ook hier in Den Haag. Gelukkig zijn we sinds twee jaar samen met de zorgaanbieders weer vooral in gesprek over hoe we een verbeterslag kunnen maken. We hebben een mooi plan voor de komende jaren. Maar soms lig ik er echt wakker van, na een bezoek bijvoorbeeld bij de jeugdbescherming. Daar zag ik drie kleine kinderen in een kamertje spelen. Ze waren even daarvoor uit huis gehaald en de gezinsvoogd moest op zoek naar een plek. Terug naar huis kon niet, dat was al een paar keer geprobeerd. Er was veel huiselijk geweld, het escaleerde voortdurend. Dan zie ik die drie kindjes zitten en denk ik: Komt dat nog goed? Zullen samen opgroeien? Daar lig ik wakker van.”

“Als kinderen niet meer thuis kunnen wonen, zetten we in Den Haag in om ze wel zo snel mogelijk weer naar huis terug te laten keren. Er worden concrete afspraken gemaakt wat er nodig is om ze binnen een realistische termijn goed te behandelen en te begeleiden zodat ze weer naar huis kunnen. Broertjes en zusjes blijven bij elkaar. Belangrijke voorwaarde is dat ook ouders begeleid en behandeld worden.”

Kavita Parbhudayal was net begonnen als wethouder toen in 2018 een meisje dat verbleef in de gesloten JeugdzorgPlus-locatie Midgaard suïcide pleegde. Haar afscheidsbrief was een aanklacht tegen de jeugdzorg en werd landelijk nieuws. “Dat was enorm pittig. We kregen het bericht de ochtend erna. Wat doen we niet goed? Hoe kon dit gebeuren? Waarom hebben we dit niet zien aankomen? We waren in de regio Haaglanden al even met elkaar in gesprek over omvormen van de gesloten jeugdzorg. De situatie met Midgaard, die al onder verscherpt toezicht stond van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd, heeft gezorgd voor nog meer bewustwording bij bestuurders en zorgaanbieders.”

In de regio Haaglanden wordt de gesloten jeugdzorg voornamelijk geboden door zorginstelling Schakenbosch en iHub. “Beide instellingen zijn actief bezig met omvormen van de zorg, elk op eigen wijze. In Schakenbosch is de zorg ‘open, tenzij’. Maar we zien ook dat het langzaam gaat en veel voeten in aarde heeft. Wat mij betreft moet de discussie niet gaan over open of gesloten jeugdzorg. Er is een groep hele kwetsbare kinderen die professionele zorg nodig heeft. Die groep is al jaren redelijk stabiel in aantal. We moeten de zorg die deze kinderen nodig hebben adequaat en kleinschalig organiseren. Je kunt wel zeggen: we bouwen de gesloten jeugdzorg af. Maar we kunnen geen afscheid nemen van deze kinderen. Ze zijn er gewoon en ze hebben veel specialistische begeleiding en bescherming nodig.”

Dat het proces zo traag verloopt heeft onder andere te maken met huisvesting en financiën, vertelt de wethouder. “We willen meer kleinschalige opvangvoorzieningen, maar die zijn niet zomaar voorhanden. We zitten met huisvestingsvraagstukken voor allerlei kwetsbare doelgroepen. Daarnaast hebben we binnen de gemeentes veel geworsteld over de jeugdzorgbudgetten. We proberen voldoende geld voor jeugdhulp vrij te maken, maar kunnen niet de factuur van de huisvesting op onze balans nemen.”

Voor de omvorming naar meer kleinschalige voorzieningen is in de regio Haaglanden een budget van circa tien miljoen euro beschikbar gesteld door het Rijk. Dat dekt alleen de vastgoed-kosten, niet de overige lasten zoals uitwerken van nieuwe vormen van zorg, investeren in medewerkers en kosten voor bijvoorbeeld leegstand. “De gemeentes en zorginstellingen hebben die middelen niet. Wat we kunnen, doen we. Er zijn bijvoorbeeld dit jaar wel twee bijzondere kleinschalige voorzieningen voor kinderen met ASS-problematiek in de regio gestart.”

Ook om de samenwerking tussen gemeentes, zorgorganisaties en onderwijs te stimuleren heeft de overheid extra middelen beschikbaar gesteld. Mede daardoor zijn de wachtlijsten in de jeugdbescherming teruggedrongen, vertelt de wethouder. Verder is er in Den Haag fors ingezet op jeugdteams en gezinscoaches. “We proberen echt zo vroeg mogelijk contact op te nemen met gezinnen als dingen daar niet goed lopen. Daarover zijn afspraken met centrum voor jeugd en gezin, scholen en huisartsen. Als er iets speelt gaan coaches er altijd voor een eerste gesprek erheen Ook als er meldingen zijn bij Veilig thuis wordt gekeken of er niet eerst via coaches hulp kan komen. Dat werkt de-escalerend.”

Preventie is belangrijk, maar heeft niet tot besparing van kosten geleid, vervolgt de wethouder. “Tussen 2015 en 2019 zijn er juist meer kinderen in jeugdhulp gekomen. Nu vlakt dat wat af. Punt is wel dat de kinderen die we nu zien vaak complexere problemen hebben.”

In 2015 telde de regio Zuidwest (Zuid Holland) 370 behandelplekken in de gesloten jeugdzorg, nu zijn dat er 235. “We willen naar maximaal honderd plekken, maar we zien ook dat de groep die een beroep doet op deze vorm van zorg al jaren redelijk stabiel blijft. Afbouwen klinkt dan raar. Het gaat erom dat we de zorg steeds passender moeten maken. Soms een bed, soms even beveiligd, soms lang, soms korter en er vooral voor zorgen met elkaar dat we deze jongeren weer helpen een plek in de samenleving te krijgen.”

Lees ook de column van ons bestuurslid Bas Timman over de actuele ontwikkelingen rond de JeugdzorgPlus. Meer weten over initiatieven om te komen tot eerdere, snellere en beter passende hulp? Kijk dan op deze webpagina van StroomOP.

Eerder verschenen in de reeks “Als morgen de JeugdzorgPlus stopt” de verhalen van Giovanni Coenen, Romy, Klaas Reis, Frederique Coelman en Marleen Luimes en Elise Melker


Deel deze pagina: