Hans Spigt neemt vandaag namens de Branches Gespecialiseerde Zorg voor Jeugd (BGZJ) de petitie ‘Stop het doorverhuizen’ in ontvangst. Hij doet dat samen met minister Hugo de Jonge (VWS) en Eelco Eerenberg (namens de VNG). De petitie is een initiatief van Het Vergeten Kind en roept op tot het stoppen van het doorplaatsen van uithuisgeplaatste kinderen. De petitie is meer dan 80.000 keer ondertekend. Hans Spigt: “We (h)erkennen dat het nu te vaak niet lukt om direct de juiste plek te vinden waardoor kinderen te vaak moeten verhuizen. We moeten gezamenlijk een beter passend aanbod ontwikkelen en in de regio nog beter samenwerken rondom het kind.”
Het Vergeten Kind vraagt met de petitie en de campagne aandacht voor het onnodig doorplaatsen van kinderen. Margot Ende, directeur van Het Vergeten Kind: “Het doorplaatsen zorgt ervoor dat kinderen steeds verder onthecht en getraumatiseerd raken. Daarnaast is het schadelijk voor de ontwikkeling en maakt het kinderen in veel gevallen steeds onhandelbaarder. In plaats van kinderen telkens onnodig te verplaatsen, moeten we ze een perspectief bieden voor een toekomst, zodat zij weer gewoon kind kunnen zijn.”
Uithuisplaatsen voorkómen
Hans Spigt neemt de petitie in ontvangst namens de BGZJ: “Als jeugdbranches willen we ons inspannen om in eerste plaats te voorkomen dat kinderen úit huis moeten. Dit willen we doen door betere, gezinsgerichte hulp te bieden met aandacht voor kwetsbaar ouderschap zodat kinderen veilig zijn thuis. Als kinderen toch uit huis moeten omdat ze thuis niet veilig kunnen opgroeien, moet er een passende plek voor hen zijn waarbij het uitgangspunt moet zijn dat zorg naar het kind komt in plaats van andersom.”
Gezamenlijke bijeenkomsten in de regio
De jeugdbranches – Jeugdzorg Nederland, GGZ Nederland, VGN en VOBC – werken landelijk samen in de BGZJ. Ze willen dat ook de organisaties en professionals in de regio nog meer en beter samenwerken. De BGZJ organiseert daarom dit jaar regionale bijeenkomsten waarbij organisaties leren over elkaars succes en uitdagingen en bespreken hoe ze hun zorgaanbod beter kunnen combineren rondom het kind, zodat het kind minder vaak hoeft te verhuizen. Spigt: “De sector kreeg tijdens de Week van het Vergeten Kind van een kind het advies om als organisaties en hulpverleners een goede band met elkaar op te bouwen, omdat het helpt als je elkaar mag. Dat advies nemen we graag ter harte.”
Samen ideeën ontwikkelen
Een andere suggestie die werd gedaan tijdens de Week van Het Vergeten Kind was om sámen ideeën te ontwikkelen in plaats van allemaal met een eigen idee te komen. Spigt: “Dat gaan we doen. De jeugdbranches zijn nu bezig om, samen met het ministerie en de gemeenten, een plan te maken voor de toekomst van de jeugdzorgplus, om zo te komen tot minder gesloten plaatsingen en minder onnodige doorplaatsingen. En dat doen we ook bij het Actieplan Pleegzorg waarin we samenwerken met het NJi, VNG en de Nederlandse Vereniging voor Pleeggezinnen (NVP) aan het verminderen van het aantal breakdowns en uitval van pleegouders.”
Rijk en gemeenten
De petitie wordt ook overhandigd aan minister Hugo de Jonge (VWS) en wethouder Eelco Eerenberg van Enschede (namens de VNG) met wie de BGZJ al in verschillende programma’s samenwerkt aan betere jeugdhulp. Het Vergeten Kind wil vanmiddag weten wat de BGZJ nog nodig heeft van de andere partijen. Spigt: “Rust, ruimte en voldoende middelen. Dat betekent stoppen met aanbestedingen en terugdringen administratieve lasten. En investeren in kwaliteit, kennis en vakmanschap van de jeugdhulpprofessional. Dat is echt nodig, anders krijgen we het niet geregeld.”