Reactie zorgbranches op derde rapport-Geluk

Wordt de huidige aanpak niet losgelaten, dan kan de jeugdzorg niet op een verantwoorde wijze worden overgeheveld naar de gemeenten per 1 januari 2015. Dat stelt de Transitiecommissie Stelselherziening Jeugd in haar derde voortgangsrapportage. Op te veel cruciale punten is de vertraging inmiddels te groot. De TSJ stelt voor het huidige transitieplan en bijbehorend ‘spoorboekje’ te laten varen en op basis van de specifieke situatie per regio de minimale voorwaarden vast te stellen voor een verantwoorde transitie. De TSJ ziet als rol voor de door de staatssecretaris voorgestelde Transitie Autoriteit Jeugd (TAJ) om zorgaanbieders, gemeenten en regio’s ondersteunen bij het beheersen van risico’s en het voorkomen van calamiteiten.

Jeugdzorg Nederland, GGZ Nederland, VGN en VOBC ondersteunen dit. Zij vinden het in de urgente situatie die nu is ontstaan bovendien onontkoombaar om tot concrete afspraken te komen over een overgangsperiode van drie jaar waarin de TAJ erop toeziet dat de noodzakelijke zorg voor kinderen gegarandeerd beschikbaar is. Het gaat dan om de gehele huidige zorg voor jeugd, inclusief de jeugdbescherming en jeugdreclassering, en in het bijzonder om de zorg voor zes extra kwetsbare doelgroepen voor wie tot nu toe onvoldoende duidelijk is hoe hun zorg na 1 januari 2015 geregeld is. Jeugdzorg Nederland, GGZ Nederland, VGN en VOBC hebben deze doelgroepen en de voor hen noodzakelijke maatregelen beschreven in het plan ‘Continuïteit van zorg voor jeugd 2015-2017‘. Kinderombudsman Marc Dullaert heeft in februari op het belang van dit plan gewezen.

Het oordeel van de TSJ over de aanpak en tempo van de transitie jeugdzorg is niet mals. Er is nog steeds onvoldoende helderheid over o.a. het budget voor gemeenten, de ‘vangnetconstructie’ voor frictiekosten, de continuïteit van jeugdhulp en de continuïteit van noodzakelijke zorginfrastructuur. De TSJ constateert daarnaast dat Rijk, VNG en gemeenten onvoldoende oog hebben voor bedrijfseconomische aspecten van aanbieders van jeugdhulp en dat deze door het uitblijven van inkoop en contracten gedwongen worden hun zorgaanbod af te bouwen. Dit vormt een groot risico voor de continuïteit van zorg en zorginfrastructuur, oordeelt de TSJ. En door de focus op de technische transitie van de zorg naar gemeenten is er geen aandacht voor de transformatie van de zorg, het beoogde doel van de decentralisatie van de zorg voor jeugd, concludeert de TSJ.

Continuïteit van zorg
Gemeenten en partners in de jeugdhulp moeten per regio expliciet bepalen welke minimale maatregelen genomen moeten worden om te voorkomen dat na 1 januari 2015 kinderen geen zorg kunnen krijgen, aldus de TSJ. Die minimale maatregelen gaan over:
– Garanderen van een adequaat functionerend toegangssysteem;
– Garanderen van zorgcontinuïteit en een passend en dekkend aanbod van jeugdhulp;
– Garanderen van aansluiting bij het jeugdbeschermingskader;
– Garanderen van de AMHK-functie;
– Interne organisatie en gemeentelijke besluitvorming op orde.
Het plan ‘Continuïteit van zorg voor jeugd 2015-2017′ voorziet in een concrete uitwerking van het tweede punt, het garanderen van (noodzakelijke) zorgcontinuïteit en een passend en dekkend aanbod van jeugdhulp. Dat houdt in dat alle kinderen die nu in zorg zijn straks ook nog zorg kunnen krijgen, en dat de benodigde kennis en fysieke infrastructuur beschikbaar blijft voor kinderen die in de toekomst zorg nodig hebben. Onderdeel van het plan is tevens het instellen van een commissie die inzicht verkrijgt in de toekomstige benodigde zorgcapaciteit en in de transformatiemogelijkheden, en zorgaanbieders en gemeenten met kennis en financiële middelen ondersteunt bij het oplossen van frictieproblemen.

Taken Transitie Autoriteit Jeugd

Jeugdzorg Nederland, GGZ Nederland, VGN en VOBC kunnen zich dan ook vinden in de komst van een  Transitie Autoriteit Jeugd (TAJ) maar vraagt de staatssecretaris met klem om zo snel mogelijk duidelijkheid te geven over de concrete rol en bevoegdheden  van de TAJ. Op dit moment zijn er, een enkele uitzondering daargelaten, nog geen concrete afspraken tussen jeugdregio’s/gemeenten en de aanbieders van jeugdhulp. De meeste gemeentelijke transitiemanagers verwachten deze afspraken voor 1 juli rond te hebben. Dat is te laat. Aanbieders van jeugdhulp bereiden nu al de afbouw van hun organisaties voor, inclusief gedwongen ontslagen, en zullen deze afbouw na 1 april in gang zetten omdat zij vanuit bedrijfseconomisch perspectief niet anders kunnen.
Jeugdzorg Nederland, GGZ Nederland, VGN en VOBC vinden dat de TAJ moet sturen op:
– een meerjarige visie voor de herinrichting van het veld op basis van analyses van de (gemeentelijke) behoefte enerzijds en de beschikbaarheid van jeugdhulp anderzijds;
– een gerichte ondersteuning van regio’s bij het  borgen van de zorgcontinuïteit en het in stand houden van de zorginfrastructuur t.b.v. een passend en dekkend aanbod van gespecialiseerde zorg.

– het behoud en de doorontwikkeling van kennis en expertise in een kennisinfrastructuur;

Voor een aantal vormen van jeugdhulp zal de vraag naar verwachting afnemen. Voor deze vormen van jeugdhulp moet de Transitie Autoriteit Jeugd enerzijds toezien op de blijvende beschikbaarheid van deze hulpvorm. In situaties waarin de vraag afneemt, moet de TAJ toezien op:

– een gefaseerde sanering van zorginstellingen, waarbij in het vinden van oplossingen de grenzen van de bestaande sectoren worden losgelaten en ‘mens volgt werk’ het uitgangspunt is;
– een gefaseerde sanering van de vastgoedportefeuille, waarbij bij het in evenwicht brengen van aanbod en behoefte de grenzen van bestaande sectoren worden losgelaten;
– een oplossing voor resterende frictiekosten nadat bovenstaande zaken geregeld zijn.
Een adequate herinrichting van het veld vraagt om een TAJ die meerjarig en gefaseerd kan opereren, ook na de inwerkingtreding van de Jeugdwet per 1 januari 2015. Een overgangstermijn van drie jaar onder regie van de TAJ is dan ook noodzakelijk om te komen tot een veilige transitie en een succesvolle transformatie.

Bijlagen:

Rapport Transitiecommissie Stelselherziening Jeugd
Bijlagen bij rapport TSJ
Plan ‘Continuïteit van Zorg voor Jeugd’ (BGZJ)
Brief Branches Gespecialiseerde Zorg voor Jeugd

Voor meer informatie:
Jeugdzorg Nederland, GGZ Nederland, Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland en de Vereniging voor Orthopedagogische Behandelcentra
Contact Jeugdzorg Nederland: (06) 2184 7372


Deel deze pagina: