In het advies van de Commissie Zorg om Jeugd van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) wordt voorgesteld om de regie, zowel bestuurlijk als uitvoerend, voor alle vrijwillige hulpverlening bij de gemeenten onder te brengen. Ook de inkoop van zorgaanbod dient op termijn naar de gemeenten over te gaan. Veel taken van Bureau Jeugdzorg (zorgcoördinatie, ambulante hulp, diagnostiek en indicatiestelling) worden gedecentraliseerd naar de gemeente. Het rapport, vandaag gepresenteerd tijdens de Algemene Ledenvergadering van de VNG, heeft een hoog déjà vu-gehalte. René Paas en zijn commissie blazen de sturingsadviezen van Operatie JONG nieuw leven in. Dat neemt niet weg dat het advies van de Commissie Zorg om Jeugd interessante aanknopingspunten bevat voor verdere discussie.
MOgroep Jeugdzorg vindt het een omissie dat de gedwongen hulpverlening in het advies buiten beschouwing blijft. ‘De inrichting van het gedwongen kader valt buiten het advies van de commissie,’ aldus het rapport. Op basis van deze omissie komt de volledigheid van het rapport in het geding. De vrijwillige en gedwongen hulpverlening zijn met elkaar vervlochten in de jeugdzorg. Alleen het vrijwillige deel overhevelen naar de gemeenten leidt tot het ontstaan van een separate justitiële koker. Bovendien gaat de ontvlechting van vrijwillige en gedwongen hulpverlening voorbij aan de principiële keuze dat voor jeugdigen zorg en straf, hulpverlenen en ingrijpen, naast elkaar staan.
Onderwijs blijft in het rapport nagenoeg buiten beschouwing en krijgt eenzelfde rol toebedeeld als kinderopvang, peuterspeelzalen en welzijnswerk: een vindplaats voor kinderen met problemen die daarna verder geholpen worden door het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Een gemiste kans volgens MOgroep Jeugdzorg, die van mening is dat het onderwijs naast vindplaats ook werkplaats moet zijn: zorg op school zodat uitval voorkomen wordt. Het CJG mag geen extra schakel zijn wanneer op school gesignaleerd wordt dat kinderen gespecialiseerde zorg nodig hebben.
Hoewel de commissie Paas de weg van de geleidelijkheid voorstelt, betekenen de aanpassingen in de bestuurlijke inrichting van de jeugdzorg een grote stelselwijziging. MOgroep Jeugdzorg is niet tegen een stelselwijzing, maar is wel van mening dat veranderingen in het stelsel een gezonde ‘return on investment’ moeten hebben. Dat betekent onder meer hogere efficiency, hogere kwaliteit en vermindering van bureaucratie. Op basis van dit advies over louter de vrijwillige hulpverlening is het moeilijk vast te stellen of dit inderdaad zo is.