De Jeugdwet moet een einde maken aan de versnippering en verkokering in de zorg voor jeugd: één gezin, één plan, één regisseur, maar ook: één wet, één verantwoordelijke overheid (de gemeente) en één financieringsstroom.
Het is een grote en complexe verandering en alle betrokkenen zijn keihard aan het werk om deze transitie in goede banen te leiden.
De ouderbijdrage, onderdeel uit de Jeugdwet, staat op dit moment ter discussie. Afgelopen weekeinde nam het PvdA-congres een motie aan met de oproep de ouderbijdrage te schrappen voor de jeugd-GGZ. Ook andere partijen keren zich tegen de ouderbijdrage, waarbij mij nog niet altijd duidelijk is of dat tegen de gehele ouderbijdrage is of alleen die voor de jeugd-GGZ. De nadruk op de jeugd-GGZ is namelijk niet logisch. Waarom zou je op dit punt een onderscheid maken tussen specialistische jeugdzorg en de jeugd-GGZ? Ook ouders in de jeugdzorg zijn intensief betrokken bij de behandeling van hun kinderen en maken de bijbehorende (reis)kosten. De Jeugdwet was nu juist bedoeld om tot een integrale aanpak, onder één regime, te komen.
Er is veel voor te zeggen om de ouderbijdrage uit de Jeugdwet te schrappen. De ouderbijdrage voor dagbehandeling en verblijf hindert zowel de toegankelijkheid als de effectiviteit van de jeugdhulp. Het is zeer zorgelijk als de ouderbijdrage een drempel vormt terwijl jeugdhulp hard nodig is. De uitzonderingen in de wet bieden onvoldoende ruimte voor echt maatwerk.
Ik roep de Tweede Kamer op om de éénheid in de Jeugdwet te behouden: schrap de ouderbijdrage, maar dan wel voor alle ouders! Het is één wet, één regime en één regeling.
Hans Kamps, voorzitter Jeugdzorg Nederland