Geboden hulp aan slachtoffers loverboys van goede kwaliteit

De kwaliteit van de gespecialiseerde jeugdhulp aan (vermoedelijke) slachtoffers van loverboys is goed. Dat concludeert de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd in oprichting in haar rapport ‘De kwaliteit van de gespecialiseerde jeugdhulp aan slachtoffers van loverboys’. Het rapport is zojuist door minister Hugo de Jonge van VWS aangeboden aan de Tweede Kamer.

Positief

In het rapport staat dat de jeugdhulpaanbieders tijdens de behandeling samen met de jeugdigen werkt aan belangrijke thema’s, zoals het versterken van hun zelfbeeld en weerbaarheid, het bevorderen van een gezonde seksuele ontwikkeling en traumaverwerking. Ook spannen zij zich in om samen te werken met ouders en het sociale netwerk van de jeugdige te vergroten. De professionals hebben daarnaast een actueel beeld van de veiligheid van de jeugdige en maken concrete afspraken om veiligheidsrisico’s te beperken. Tevens valt in positieve zin de houding van de professionals op die wordt gekenmerkt door duidelijke steun en sturing, een respectvolle bejegening en wederzijds vertrouwen.

Aandachtspunten

De inspectie constateert in haar rapport ook dat minderjarige slachtoffers van loverboys nog wel onvoldoende worden herkend en daardoor nog onvoldoende worden doorverwezen naar de gespecialiseerde jeugdhulp. Bovendien is het beschikbare aanbod van gespecialiseerde hulp volgens de inspectie voor deze slachtoffers nog onvoldoende bekend bij de verwijzers. Tot slot roept de inspectie aanbieders en verwijzers op nauwer samen te werken zodat aan deze kwetsbare doelgroep een beter sluitend traject van zware naar lichtere zorg kan worden geboden.

Aan de slag

De conclusie van de inspectie dat de kwaliteit van de hulp aan (vermoedelijke) slachtoffers van loverboys goed is, komt overeen met het beeld dat Jeugdzorg Nederland heeft. Jeugdzorg Nederland herkent ook de aandachtspunten die de inspectie in haar rapport noemt. Er zou meer verbinding moeten komen tussen de specialistische organisaties die gericht zijn op opvang en behandeling van slachtoffers en daders mensenhandel – waar loverboyproblematiek onder valt – en het lokale veld. Daarin hebben de jeugdhulpaanbieders zelf een rol door actief kennis naar de teams te brengen. Aan de andere kant zouden gemeenten binnen en buiten de wijkteams meer en beter moeten samenwerken met de verschillende soorten van (lichte en van specialistische) jeugdhulp, alle vormen van onderwijs en met de zorgcoördinator mensenhandel die elke gemeente verplicht is aan te stellen. Voor jeugdhulpaanbieders gelden (wettelijke) kwaliteitseisen; ook lokale teams en de zorgcoördinatoren mensenhandel zouden aan (eigen, wettelijke) kwaliteitseisen moeten voldoen om een goede beoordeling van aard en ernst van meldingen te kunnen maken.

Aanleiding onderzoek

Het rapport volgt op het onderzoek dat de inspectie in 2017, op verzoek van de staatssecretaris van VWS, deed bij de dertien jeugdhulpaanbieders die gespecialiseerde residentiële hulp bieden aan (vermoedelijke) minderjarige meisjesslachtoffers van loverboys. Bij haar onderzoek betrok de inspectie nadrukkelijk de kernelementen uit het Kwaliteitskader van de commissie Azough.

 

 


Deel deze pagina: