Kinderen en ouders die nu jeugdzorg ontvangen, dienen diezelfde zorg ook na 1 januari 2015 te ontvangen. Dit noemen we ‘continuïteit van zorg.’ De TSJ concludeert opnieuw in zijn 4e rapportage dat deze simpele toezegging niet kan worden gegarandeerd. De transitie loopt achter op schema. Jeugdzorg Nederland pleit daarom voor een meerjarig overgangsregime, waarbij alle partijen extra tijd krijgen om de zorg voor kinderen en ouders goed te borgen.
Weinig voortgang inkoop jeugdzorg
Waarom kan continuïteit van zorg niet gegarandeerd worden? Er is weinig voortgang in de inkoop van jeugdzorg door gemeenten, concludeert Geluk in zijn rapport. Door het uitblijven van (inkoop)contracten is de toekomst van veel jeugdzorgaanbieders zo onduidelijk dat zij nu al moeten reorganiseren of saneren. Dat betekent dat bestaande zorg nu al verdwijnt, dus ook zorg die volgend jaar nodig is. Geluk hanteert in zijn rapport een inkoopdeadline van oktober, maar dat is voor jeugdhulpaanbieders te laat. Zij worden gedwongen nu al maatregelen te nemen.
Onmogelijke financiële afspraken
Bij het inkoopproces ontbreken goede afspraken over bevoorschotting of voorfinanciering van de ingekochte zorg. Jeugdzorgaanbieders worden geacht de kosten van geleverde jeugdhulp zelf te financieren of “voor te schieten.” Achteraf kunnen de aanbieders van jeugdhulp aan de gemeenten een factuur sturen voor de geleverde zorg. Echter, omschakeling van de huidige provinciale subsidierelatie per 1 januari 2015 naar een gemeentelijke inkooprelatie op basis van facturatie achteraf leidt onvermijdelijk tot faillissementen, omdat de jeugdzorgaanbieders onvoldoende eigen vermogen bezitten en banken terughoudend zijn in het verstrekken van kredieten. Een ander aspect dat cruciaal is voor de bedrijfsvoering van jeugdhulpaanbieders is een goed betalingsproces bij gemeenten. Dit vereist aan de kant van gemeenten een goede administratie en informatievoorziening. De TSJ concludeert dat op dit punt grote zorgen gerechtvaardigd zijn.
Forse bezuinigingen
Uit de meicirculaire blijkt dat het macrobudget voor de zorg voor jeugd slechts met 3% krimpt in 2015. Dat impliceert dat 2015 in principe “probleemloos” zou moeten zijn door deze lage korting. Door de jeugdzorgregio’s wordt echter fors bezuinigd. Gemeenten willen geld voor jeugdzorg anders inzetten. Tevens wordt geld uit het macrobudget ingezet voor het optuigen van het eigen ambtelijk apparaat, de gemeentelijke “afdeling Jeugdzorg.” Ten slotte, ondanks het verschijnen van de meicirculaire, verkeren gemeenten nog steeds in onzekerheid over hun beschikbare budget in 2015 en 2016 en dit risico leggen zij neer bij de jeugdhulpaanbieders. Het gevolg is dat organisaties voor Jeugdhulp zich in 2015 geconfronteerd zien met krimpscenario’s oplopend tot 25% of meer. Dat heeft ernstige gevolgen voor de zorg aan kinderen en ouders.
Jeugdzorg Nederland: overgangsregime noodzakelijk
Met minder dan een half jaar te gaan, lijkt de wal het schip te gaan keren. Jeugdzorg Nederland pleit daarom voor een sterke regie van uit het Rijk op het verdere verloop van de transitie. Een fasering van de transitie, in de vorm van een meerjarig overgangsregime, ligt daarbij als scenario voor de hand. Gemeenten hebben dan de tijd om naast de transitie ook de transformatie van de zorg zorgvuldig vorm te geven.
Meer informatie: