Gezamenlijke branches uiten zorg over gegevensuitwisseling jeugdwet

Donderdag 30 januari heeft de vaste commissie voor VWS van de Tweede Kamer schriftelijke vragen aan de minister gesteld over de Privacy Impact Assessment (PIA). De BGZJ (Branches Gespecialiseerde Zorg voor Jeugd), waaronder Jeugdzorg Nederland, heeft over de gegevensuitwisseling het gezamenlijke standpunt en gezamenlijke vragen geformuleerd.

De vragen van de BGZJ luiden:

Zijn alle uitwisselingen van gegevens in de Jeugdwet genoemd altijd noodzakelijk?
Is de privacy van burgers voldoende gewaarborgd?
Zijn de medewerkers binnen gemeenten voldoende toegerust om met deze gegevens om te gaan en deze op een deskundige wijze te duiden?

De BGZJ licht in een brief aan de Tweede Kamer vervolgens enkele zorgen toe:

I.  Samenwerking: hoe wordt de privacy gewaarborgd?
De BGZJ (Jeugdzorg Nederland, GGZ Nederland, VGN en VOBC) pleit voor goede waarborgen voor de gegevensuitwisseling tussen verschillende partijen. Op veel gebieden werken diverse partijen al samen, hierbij zijn vaak de gemeente, jeugdzorg en jeugd-ggz vaste ketenpartners. Het risico van schending van de privacy is groot, naast de schending van het beroepsgeheim en het verschoningsrecht van de hulpverleners met een wettelijke zwijgplicht. Samenwerkingsverbanden die op dit moment veel gegevens uitwisselen, zijn onder andere veiligheidshuizen en bemoeizorgteams. Hierbij verloopt de gegevensuitwisseling vaak via het meldpunt OGGZ. Verder worden veel gegevens gewisseld in het kader van adviezen en/of meldingen aan het Advies en Meldpunt Kindermishandeling en de steunpunten huiselijk geweld. De BGZJ krijgt signalen van hulpverleners uit haar achterban dat de privacy en het beroepsgeheim niet altijd voldoende bewaakt worden.

Wanneer er in wetten niet scherp is aangeven wanneer gegevens verstrekt moeten worden, is het volgens de BGZJ onontbeerlijk het medisch beroepsgeheim en het verschoningsrecht in stand te houden.

II. Jeugdwet en andere nieuwe wetten als de WMO, de WFZ en de WvGGZ: meer gegevens op één plek
De nieuwe Jeugdwet heeft als uitgangspunt één kind/gezin, één regisseur, één plan. Dat is een motto waar de sector achter staat. De BGZJ pleit ervoor dat hulpverleners en gemeentemedewerkers houvast krijgen hoe om te gaan met de enorme hoeveelheid gegevens en bepalingen die voortvloeien uit de wet. De staatssecretaris zou noodzakelijkheid en afbakening van de hoeveelheid gegevens beter in kaart moeten brengen. De BGZJ wil geen gezinnen kwijt omdat hun vertrouwen in de zorg weg is, omdat er te veel bekend zou raken over dat ene gezin.

Ten slotte stellen de gezamenlijke branches een ‘model Samenwerkingsafspraken’ voor, gebaseerd op het model over de informatie-uitwisseling tussen AMK, Bureaus Jeugdzorg en Raad voor de Kinderbescherming met (g)gz dat juli 2013 werd ondertekend door KNMG, NVvP, Jeugdzorg Nederland, Raad voor de Kinderbescherming, VVAK en GGZ Nederland. De vastgelegde afspraken bevorderen een zorgvuldige uitwisseling van persoons- en medische gegevens bij vermoeden van kindermishandeling. Daarnaast dient het als basis voor het maken van lokale of regionale afspraken tussen de jeugdzorg en de (g)gz. De BGZJ schrijft het van belang te vinden dat een vergelijkbaar model ontwikkeld wordt voor de brede jeugdhulp. De BGZJ-partners willen bij de uitwerking betrokken worden en een bijdrage leveren. Deze opdracht zou goed passen in het plan van aanpak van het Rijk, VNG en IPO en de Transitiecommisiie Stelselherziening Jeugd. 


Deel deze pagina: