De gecertificeerde instellingen (GI’s) hebben vandaag aan de bewindspersonen van VWS en J&V laten weten geen zorgbonus voor hun medewerkers te zullen aanvragen. In een brief schrijven de bestuurders van de GI’s: “De Covid-19-crisis heeft ook grote impact gehad op onze medewerkers, maar we erkennen dat dit van een andere orde is dan bij deze zorgmedewerkers in de frontlinie.” De bestuurders maken in hun brief hun ongenoegen kenbaar over het contrast tussen de gewekte verwachtingen en de uitwerking in de regeling.
Grote verwachtingen
De GI-bestuurders constateren dat er in de algemene communicatie over de zorgbonus grote verwachtingen zijn gewekt (‘ook voor de jeugdzorg’), die in de uitwerking van de concrete regeling en bijbehorende handreiking niet worden waargemaakt. “Uit de regeling bij de zorgbonus blijkt duidelijk dat deze bonus bedoeld is voor zorgmedewerkers die bij de bestrijding van het virus betrokken waren. De inperking van de doelgroep van de zorgbonus begrijpen we. In de algemene communicatie is echter steeds de verwachting gewekt dat hele brede groepen binnen de zorg in aanmerking zouden komen voor deze bonus. Ook bij onze medewerkers leeft die verwachting,” schrijven de werkgevers in de jeugdbescherming naar minister De Jonge, staatssecretaris Blokhuis en minister Dekker.
Handreiking en regeling perken ruimte in
De bewindspersonen hebben ervoor gekozen om te benadrukken dat werkgevers zelf kunnen bepalen voor wie zij de zorgbonus aanvragen. “Daarmee wekt u de suggestie dat dit heel breed kan. De regeling en de handreiking perken de ruimte echter fors in. Hoewel ook wordt aangegeven dat er ruimte is om beargumenteerd af te wijken, horen wij van een deel van onze accountants dat de rechtmatigheid van de aanvraag van de zorgbonus met deze spelregels problematisch kan worden bij de controle van de jaarrekening. Wij willen niet het risico lopen dat we de subsidie moeten terugbetalen, omdat we geen financiële middelen hebben om dit zelf op te vangen.”
Regeling zorgt voor problemen
Verschillende zorgbranches, waaronder Jeugdzorg Nederland, hebben steeds gewaarschuwd dat de regeling rond de zorgbonus niet goed in elkaar zit en voor veel problemen gaat zorgen. “Onze brancheorganisatie riep ons op de regeling ruimhartig toe te passen. Dat zouden we graag doen, maar gezien de strekking van de regeling en de handreiking, en de risico’s bij de verantwoording achteraf, kunnen we niet anders dan besluiten dat we de zorgbonus niet aan zullen vragen voor onze jeugdbeschermers en jeugdreclasseerders.”
Structureel meer waardering
Dat de medewerkers in de jeugdbescherming structureel meer waardering verdienen, staat volgens de GI-bestuurders buiten kijf. “Wij pleiten voor een structureel betere waardering en beloning voor alle jeugdzorgwerkers. De middelen daarvoor ontbreken echter. Een realistisch landelijk tarief voor onze taken is nodig om hier verandering in te brengen.” De bestuurders gaan graag met de bewindspersonen in gesprek over hun brief.