Volgende week vergadert de Tweede Kamer over de begroting Jeugdzorg. Hans Spigt maakt zich zorgen over de druk op de tarieven. Voorkom een ‘race to the bottom’ en accepteer dat bij goede zorg ook een fair tarief hoort.
Maandag 14 november 2016 debatteert de Tweede Kamer over de begroting Jeugdzorg. De volgende stap in de uitvoering van de decentralisatie van de jeugdhulp is nu aan de orde, want de beoogde transformatie is nog lang niet gerealiseerd. “De eerste stappen worden gezet, maar het moeilijkste moet nog komen”, aldus de Transitiecommissie Sociaal Domein in de vijfde (en helaas laatste) rapportage. Dat klopt. Er zijn dan ook veel onderwerpen te bespreken op 14 november.
In deze column wil ik één belangrijk knelpunt wat uitgebreider belichten: de druk op de tarieven, en daarmee op de lonen. Ik zie dat veel gemeenten en regio’s kiezen voor het aanbesteden van jeugdzorg en daarbij lijkt het dan toch vooral om ‘de prijs’ te gaan en is er in de praktijk weinig ruimte om te investeren in innovatie en ‘kwaliteit’. Dat baart me zorgen, want kwalitatief goede jeugdzorg leveren tegen een te laag tarief gaan we niet volhouden. Van jeugdzorgorganisaties wordt uiteraard verwacht dat ze ook investeren in de transformatie, in nieuwe ontkokerde / integrale werkwijzen, in (bij)scholing van personeel, etc. Het is belangrijk dat ‘onze professionals in de wijk’ daar tijd en ruimte voor krijgen.
Het gesprek tussen gemeenten en aanbieders moet gaan over wat er nodig is, wie daar welke bijdrage aan kan leveren, hoe continuïteit geborgd kan worden en welk tarief bij goede zorg hoort. Het draait om vertrouwen en samenwerking. Is aanbesteding dan wel een goede keuze? In sommige regio’s leggen de gemeenten de aanbieder zonder overleg een contract/aanbesteding voor met daarin een erg laag tarief. Zo laag, dat de kwaliteit die geleverd kan worden fors onder druk komt te staan.
Dat speelt bijvoorbeeld in de regio Arnhem, maar gebeurt op veel meer plekken. Het voorbeeld in Arnhem haalt de media omdat de William Schrikker Groep serieus overweegt om onder deze condities geen zorg meer te leveren in deze regio. De meeste regionale jeugdzorg-organisaties kunnen zich een dergelijk principieel standpunt nauwelijks veroorloven: als een regionale jeugdzorgorganisatie voor een aanzienlijk deel van haar omzet afhankelijk is van een regio, dan betekent het niet tekenen van aanbesteding of contract met een te laag tarief, dat zo’n groot deel van de omzet wegvalt dat de organisatie direct failliet gaat. Dan maar liever wel tekenen en kijken hoe ver je komt. Met alle gevolgen van dien, ook voor de kwaliteit van de zorg. Een jeugdzorgorganisatie uit Limburg of Zeeland die in de eigen regio niet meer mee doet, kan dat niet compenseren door een nieuwe markt in Groningen of Friesland te betreden. Zo werkt het nu eenmaal niet.
In een recente uitzending van Zembla (van 27 min: 29 sec tot 29 min: 07 sec) over de druk op tarieven in pleegzorg legt aanbestedingsexpert Van Nouhuys duidelijk uit waarom er in de jeugdzorg eigenlijk geen sprake is van marktwerking en aanbesteding dus niet werkt. Regionale jeugdzorgorganisaties kunnen niet anders dan tekenen bij het kruisje, ook als de tarieven van de gemeente duidelijk te laag zijn. Op deze manier ontstaat een ‘race to the bottom’, waarbij het niet meer om de kwaliteit van zorg gaat, maar het streven naar de laagste prijs of het laagste tarief leidend wordt bij gemeenten. Dat is een zorgelijke ontwikkeling en het is de vraag of de Jeugdwet voldoende waarborgen biedt om een minimale of basiskwaliteit te garanderen en te voorkomen dat de problemen uit de thuiszorg zich hier gaan herhalen.
Zeker nu blijkt dat gemeenten in 2015 maar liefst 1,2 miljard euro overhielden op jeugdzorg & WMO-taken (de rijksbezuiniging op jeugdzorg was in 2015 ‘slechts’ 120 miljoen euro en loopt in 2017 op tot 450 miljoen euro). Er is dus voldoende reserve opgebouwd om het gesprek over kwaliteit aan te gaan. Bij goede zorg hoort een fair tarief.
Hans Spigt
Voorzitter Jeugdzorg Nederland
P.S. Naar aanleiding van deze column verscheen op de website van Binnenlands Bestuur het artikel ‘Problemen in jeugdzorg door race to the bottom’