Het is één minuut over twaalf

“We moeten geen wetten meer maken. We moeten nu in actie komen”, zei staatssecretaris Van Rijn in reactie op het voorstel van Jeugdzorg Nederland om de transitie van de jeugdzorg landelijk te regelen in een noodwet. Ik zou het graag met hem eens zijn, maar in zijn brief aan de Tweede Kamer zie ik weinig ‘actie’ terug. Allerlei bestaande ondersteuningsmaatregelen worden voortgezet en er vinden gesprekken plaats, maar verder lijkt de staatssecretaris af te wachten tot het 1 november is. Als de inkoop van jeugdzorg in regio’s dan nog steeds niet op orde is, valt er enige actie te verwachten: de bestuurlijke aanwijzing. Dat is een ingewikkelde procedure die ten minste acht weken in beslag neemt. En dan is het te laat. Het is nu namelijk al te laat. Belangrijker dan het sluiten van contracten voor 1 november is namelijk dat op 1 januari overal de juiste zorg beschikbaar is. Met de huidige aanpak is de kans daarop helaas erg klein.

Uiterlijk op 1 augustus zouden de jeugdzorgregio’s (samenwerkende gemeenten) duidelijkheid geven aan alle jeugdzorgorganisaties over hun budget per 1 januari 2015. Die harde toezegging deed staatssecretaris Van Rijn aan de Tweede Kamer tijdens een overleg op 25 juni 2014. Jeugdzorg Nederland en collega-brancheorganisaties pleitten al een hele tijd voor deze duidelijkheid. Jeugdzorg Nederland heeft in augustus aan alle jeugdzorgorganisaties gevraagd of de beloofde duidelijkheid er inmiddels was. Driekwart van de organisaties bleek die duidelijkheid nog niet te hebben

De deadline van 1 augustus was eigenlijk al aan de late kant, maar gaf ieder geval nog enige ruimte om maatregelen te nemen om te zorgen dat op 1 januari 2015 de juiste zorg beschikbaar is. De vertaling van de afspraken op 1 augustus in concrete contracten mocht van de staatssecretaris nog tot 1 november duren, als de jeugdzorgorganisaties op 1 augustus maar wisten waar ze aan toe waren. De vertaalslag naar contracten was eigenlijk een formaliteit. In zijn nieuwste brief is 1 november ineens de belangrijkste deadline geworden. Terwijl het zou moeten gaan over de continuïteit en de kwaliteit van de zorg per 1 januari. Daarbij komt dat de kans op getekende contracten op 1 november in een veel regio’s erg klein is. Het is namelijk geen onwil van gemeenten, maar zij lopen tegen allerlei problemen en onduidelijkheden aan, waarvoor nog steeds geen oplossingen in zicht zijn. Dus herhaal ik de oproep van Jeugdzorg Nederland nog maar een keer: geen uitstel of afstel van de transitie van de jeugdzorg, maar wel een overgangsregeling voor een verantwoorde en gefaseerde overgang van de jeugdzorg naar gemeenten.

Hans Kamps
Voorzitter Jeugdzorg Nederland 


Deel deze pagina: