“Het roer moet om”

Claire Vlug, bestuurder van Jeugdbescherming Regio Amsterdam schreef een blog over de problemen in de jeugdzorg. Dit deed zij naar aanleiding van de open brief van de VNG op 8 mei. “Het wordt tijd dat gemeenten stelling nemen en duidelijke keuzes maken: wat willen we betekenen voor kwetsbare kinderen? Zijn we bereid om ons stelsel daarvoor financieel, organisatorisch en procesmatig fundamenteel anders in te richten? Pas wanneer we stoppen met denken vanuit de bestaande situatie en met een open blik durven kijken, kan de werkelijke transformatie van de jeugdzorg plaatsvinden.” Hieronder leest u haar volledige blog.

‘Al jaren zijn we met het kabinet in gesprek over tekorten in de jeugdzorg. De problemen in het sociaal domein worden door gemeenten in het gehele land gevoeld. We willen onze jeugd niet in steek laten’, dat schreef de Vereniging Nederlandse Gemeenten gisteren in een open brief over de Jeugdzorg en GGZ.
Ook Jeugdbescherming Regio Amsterdam voelt die problemen. Vanaf vandaag laten wij elke week onze medewerkers aan het woord met de blog #hetroermoetom. Vandaag onze bestuurder Claire Vlug die stelt dat het tijd wordt duidelijke keuzes maken: wat willen we betekenen voor kwetsbare kinderen?

Als bestuurder bij Jeugdbescherming Regio Amsterdam is het mijn verantwoordelijkheid om onze medewerkers zo te faciliteren dat ze kunnen werken aan het veiligstellen van kwetsbare kinderen. Die maatschappelijke opdracht is afgelopen jaren steeds zwaarder en inmiddels zelfs bijna onuitvoerbaar geworden.
In 2015 was er de hoop dat met de nieuwe jeugdwet een betere afstemming zou plaatsvinden tussen alle partijen die een rol spelen bij het veilig opgroeien van kinderen.
In de praktijk vond echter vooral een transitie van de geldstroom plaats: die loopt niet langer via de provincie of stadsregio, maar via de gemeenten. Jeugdbescherming Regio Amsterdam werkt in opdracht van 25 gemeenten. Veel gesprekken met de gemeenten gaan over financieringskwesties. Daarnaast gaat veel tijd zitten in het oplossen van drie acute problemen: een tekort aan professionals, groeiende wachtlijsten en een hoge werkdruk. We komen niet toe aan het doorbreken van patronen in het stelsel waardoor deze problemen ontstaan.

Natuurlijk is geld is een belangrijk issue. In de lopende CAO onderhandelingen vragen de vakbonden een loonsverhoging van 5%. Als bestuurder bevind ik mijzelf in een spagaat: ik gun medewerkers een beloning die recht doet aan hun werk. Tegelijkertijd geven de gemeenten geen ruimte voor een verhoging van de kostprijs van onze dienstverlening. Als de lonen omhoog gaan moeten we interen op onze capaciteit.
Meer geld helpt, maar lost het probleem in het aantrekken en behouden van medewerkers in de jeugdzorg hooguit ten dele op. Belangrijker is dat we iets doen aan de wijze waarop we als samenleving omgaan met onze professionals: met weinig respect voor en vertrouwen in hun kunnen. Tegelijkertijd biedt de samenleving klagers heel veel ruimte, met voor iedere klacht meerdere instanties. En met meer dan 14 organisaties die toezicht op ons houden, verantwoorden we onszelf suf. Feitelijk hebben medewerkers steeds minder tijd om te doen waarvoor ze zijn gekomen. Wat blijkt uit onze exitgesprekken? Mensen verlaten ons vaak niet vanwege het werk of onze organisatie, maar vanwege het stelsel, waarin steeds minder vaak de juiste hulp op het juiste moment kan worden geboden. Hierdoor voelen professionals zich tekortschieten. Dit frustreert enorm.

Het wordt tijd dat gemeenten stelling nemen en duidelijke keuzes maken: wat willen we betekenen voor kwetsbare kinderen? Zijn we bereid om ons stelsel daarvoor financieel, organisatorisch en procesmatig fundamenteel anders in te richten? Pas wanneer we stoppen met denken vanuit de bestaande situatie en met een open blik durven kijken, kan de werkelijke transformatie van de jeugdzorg plaatsvinden. Dan trekken we alle verschillende sociale domeinen, van jeugdhulp tot schuldhulpverlening en van verslavingszorg tot psychiatrie, samen tot één breed domein dat gezinnen sneller van de juiste hulp voorziet. Dit is efficiënt en effectief aangezien veel van de problematiek waarmee wij worden geconfronteerd, bij de ouders ligt en dus niet primair op het domein van de jeugdzorg. Zo kunnen we ook de voortdurende tekorten in de jeugdzorg oplossen.

Ik vraag ieder gemeenteraadslid in Nederland om binnen de eigen gemeente drie simpele vragen te stellen. Doen wij alles wat nodig is voor kwetsbare kinderen? Meten we de effecten van dat wat we doen? En hebben we voldoende financiële middelen om te doen wat we willen doen? Krijgt u een volmondig ‘ja’ op deze vragen? Dan feliciteer ik uw gemeente en vraag ik u uw best practice aanpak met ons te delen. Is het antwoord op een of meerdere vragen ‘nee’? Realiseert u zich dan dat uw gemeente de mogelijkheid heeft om daarin verandering te brengen. Anders loopt het huidige jeugdzorgstelsel binnenkort vast. Kunt u zich een samenleving voorstellen waarin kwetsbare kinderen niet meer op onze hulp hoeven te rekenen? Precies.

Daarom zeg ik #hetroermoetom

Claire Vlug is bestuurder van Jeugdbescherming Regio Amsterdam, lid van Jeugdzorg Nederland


Deel deze pagina: