Ik ontmoet haar een aantal jaren geleden. Ze is dat weekend met spoed in de gesloten jeugdzorg geplaatst. Er zijn vermoedens van mensenhandel en een ontvoering waarvan niet goed kan worden ingeschat wat nu wel of niet waar is. Eerder die week heb ik haar machteloze en bijna wanhopige moeder ontmoet. Die heeft het gevoel in een slechte film te zijn beland. ‘Ik ga jullie helpen’, besluit ik en maak een afspraak om haar dochter te ontmoeten.
Zwijgend zitten we tegenover elkaar. Ze is niet van plan om te beginnen met praten. Een donkere wolk hangt boven haar hoofd. Waar ik meer een timide meisje had verwacht, zit hier een meisje voor me dat ouder lijkt dan haar werkelijke leeftijd. ‘Zo’, zeg ik om het ijs een beetje te breken, ‘ik ben Christel, jouw gezinsvoogd.’ Ze haalt haar schouders op en tuurt uit het raam. Dit vergt een andere aanpak, ze zit overduidelijk niet op mij te wachten. Ik besluit om onverstoorbaar af te maken wat ik haar uit wilde leggen. Ook hier komt amper reactie op, afgezien van een paar rollende ogen. Ik spiegel haar houding. ‘Als we niet fatsoenlijk kunnen praten dan stel ik voor dat je maar teruggaat naar je kamer’ en ik leun achterover. Onder de lange zwarte wimpers komt een blik mij tegemoet. Afstoten maakt plaats voor ontmoeten. ‘Oké, wat wilt u vertellen?’
Het blijkt allemaal niet zo makkelijk in het begin. Ze praat weinig over haar echte gevoel: mensen komen bijna niet binnen. Gaandeweg leer ik haar beter kennen en begrijp ik ook steeds beter waar haar houding vandaan komt. Ze is opgegroeid met haar jongere broertjes in een gezin met huiselijk geweld. Ze heeft meer gezien dan goed is voor haar leeftijd en is hierdoor niet toegekomen aan haar eigen ontwikkeling. Dat maakt dat ze keuzes heeft gemaakt die ze met niemand durfde te bespreken. Zo kwam ze in een negatieve spiraal terecht. Ze kreeg het gevoel dat ze alles moest verhullen. Ondertussen worstelt ze ook met haar cultuur: hoor ik er nog bij? Kijken mensen niet raar naar mij?
Na een half jaar verhuist ze naar een open groep waar ze als tussenstap gaat wonen. Haar moeder gaf aan dat direct thuis wonen voor haar nog een stap te vroeg was. Daarom gaan we eerst oefenen met wonen in de buurt. In de auto mag de muziek hard aan want bij Christel mag (bijna) alles. Ineens moet ze hard lachen. Ik vraag haar waarom ze lacht. ‘Weet u nog ons eerste gesprek? U werd echt mega boos.’ Ik glimlach en hoor mezelf zeggen dat dat niet boos was maar dat ik een reactie wilde uitlokken. Ze leunt tevreden achterover. ‘Ik vond u toen echt een bitch. Maar eigenlijk bent u wel tof’.
Wel tof. Daar kan ik zeker mee leven.
Van de open groep werken we terug naar huis met inzet van intensieve systeemtherapie. Ik bezoek het gezin zo vaak ik kan en heb met haar een goede band. Er zijn ups en downs maar ze redden het als gezin met elkaar. Het gaat zelfs zo goed dat ik uiteindelijk besluit om de OTS af te sluiten. Ondanks dat ik graag nog lang zou willen blijven is er geen reden meer voor een gedwongen maatregel. Tijdens het afscheid heeft ze bloemen en een cadeaubon voor me. Zelf voor gewerkt.
Een aantal maanden geleden loop ik met collega’s door de stad. Mijn naam galmt tussen de winkelpanden. Als ik me omdraai staat ze daar met vriendinnen. Enthousiast begint ze te zwaaien. Ze heeft geen schaamte en zegt tegen haar vriendinnen ‘dat is mijn gezinsvoogd.’ Ik besluit haar een appje te sturen om weer eens wat af te spreken. Ik ben benieuwd hoe het met haar gaat.
Op een zomerse dag zitten we samen bij haar thuis in de tuin. Ze vertelt me dan dat ze een traject heeft gevolgd tot ervaringsdeskundige en dat ze zich graag wil inzetten voor andere jongeren. Ze vertelt me dat de groep op de eerste dag iets mee moest nemen wat belangrijk voor hen was om zich aan de hand daarvan zich voor te stellen.
‘Wat heb je meegenomen?’, vraag ik.
Twee donkere ogen kijken me aan.
‘Ik heb verteld over u en over ons. Over wat we hebben meegemaakt en waardoor ik ben waar ik ben.’
Ik doe mijn best om niet te huilen.
Het is zomer 2021. De coronamaatregelen zijn licht versoepeld en dit geeft je moeder de gelegenheid om een surprise party te geven omdat je je VMBO hebt gehaald en het ook je verjaardag is. Sinds die eerste ontmoeting heb ik je dit altijd gegund. Een normaal leven bij je moeder thuis samen met je familie. Een normaal leven met een middelbareschooldiploma. Een normaal leven met ook heus nog wel eens ruzie of een misstap maar waarbij niet meer hoeft worden nagedacht over de acute veiligheid.
Terwijl ik zit te mijmeren over de afgelopen drie jaar hoor ik een paar harde voetstappen op me afkomen. Te midden van al jouw familie, op jouw surprise feest vieren we jouw geluk en jouw succes. En ik ben daarbij. Volgens jou ‘omdat dat zo hoort.’
Ik ben immens trots op jou.
In de serie ‘Jeugdzorg in de praktijk’ vertellen jeugdzorgprofessionals wat zij meemaken tijdens hun werk. De eerste blogger is Christel Noppen. Christel is sinds 2016 werkzaam als jeugdbeschermer bij Jeugdbescherming West. In 2020 won zij een Hartenhuis Award (Stichting Het Vergeten Kind) voor meest inspirerende voogd. Dit is wat zij met haar blogs ook graag wil bereiken: mensen inspireren hoe het ook kan binnen de (gedwongen) hulpverlening.