De dertien jeugdbeschermingsorganisaties en FNV Jeugdzorg zetten volgende week donderdag hun handtekening onder een convenant waarin afspraken staan om de werkdruk voor jeugdbeschermers en jeugdreclasseerders te verminderen. Paul Janssen, bestuurder van Samen Veilig Midden-Nederland, benadrukt de waarde van het convenant: “Het is belangrijk dat wij als werkgevers alles doen wat in onze macht ligt om de werkdruk van onze jeugdbeschermers te verlagen. Alle jeugdbeschermingsorganisaties zetten nu collectief hun handtekening onder dit document. Daar zijn wij trots op!”
Dat de werkdruk voor jeugdbeschermers en jeugdreclasseerders te hoog is, is al een tijd duidelijk. Een jaar geleden lieten de Gecertificeerde Instellingen (GI’s) een onderzoek uitvoeren door Significant Public. Uit dat onderzoek bleek dat het werk van de jeugdbeschermer steeds complexer is geworden en dat de oude caseloadnormen hierdoor niet meer realistisch zijn. Significant kwam tot de conclusie dat een jeugdbeschermer 12 kinderen met een kinderbeschermingsmaatregel onder zijn hoede kan nemen (gebaseerd op ondertoezichtstellingen). De gemiddelde caseload op organisatieniveau (die de komende periode in het kader van dit convenant gemonitord zal worden) ligt nu nog beduidend hoger.
Belang van kinderen voorop
De jeugdbeschermingsorganisaties zijn al een tijd bezig om de werkdruk te verlagen. In het convenant staan afspraken hoe het landelijk gemiddelde van het aantal kinderbeschermingsmaatregelen per jeugdbeschermer stapsgewijs zal worden afgebouwd. “Dat kan betekenen dat de wachtlijsten in sommige regio’s langer zullen worden” zegt Janssen. “Maar dat proberen we in het belang van de kinderen en gezinnen natuurlijk zoveel mogelijk te beperken. Het afbouwen van de caseload gebeurt gefaseerd. En we gaan kijken naar oplossingen in bredere zin. Hoe kunnen we door de inzet van bijvoorbeeld extra juristen, gedragswetenschappers en administratief medewerkers ervoor zorgen dat de werkdruk afneemt?”
“Daarnaast hebben we met de FNV ook afspraken gemaakt dat bij de afbouw de wachtlijsten niet te hoog mogen oplopen. Het is aan de individuele GI om hier een grens in te bepalen” vervolgt Janssen. “Want voor ons allemaal staan de belangen van kinderen en gezinnen voorop.”
Financiële dekking
Janssen komt namens de jeugdbeschermingsorganisaties ook met een winstwaarschuwing: “Wij kunnen een duurzame, structurele werkdrukverlaging niet alleen realiseren”. Hij verwijst hiermee naar de rol van het ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV) en de gemeenten die verantwoordelijk zijn voor het functioneren en het financieren van de jeugdbescherming. De afgelopen tijd zijn er gesprekken gevoerd tussen de GI’s, het ministerie van JenV, de VNG en FNV om de werkdrukverlaging te realiseren en ervoor te zorgen dat ook de financiering gewaarborgd is. “Mede dankzij de acties van de werknemers is de urgentie van de problemen ook bij hen duidelijk geworden. Dit convenant is de laatste stap die wij zelf kunnen zetten, de rek is er daarmee echt uit. De overheid is aan zet om structurele verbetering mogelijk te maken” aldus Janssen.
Tot concrete toezeggingen is het vanuit de overheid nog niet gekomen maar Janssen ziet een positieve ontwikkeling. “Het convenant laat zien dat wij als werkgevers onze verantwoordelijkheid nemen in het belang van kinderen, gezinnen en onze medewerkers. We doen dat in het vertrouwen dat de minister en de gemeenten ook zullen doen wat nodig is.”