Het is de Week van Zorg en Welzijn. Ook jeugdzorgorganisaties en jeugdzorgprofessionals laten deze week graag zien hoe je in de zorg het verschil kunt maken voor een ander. Tegelijkertijd zijn ze vol zorgen over hoe lang ze dat nog kunnen. De sector kent een hoog verloop, onder andere door een hoge werkdruk. De jeugdzorg verdient een stevige extra impuls om werken in de sector weer aantrekkelijk te maken. Daarom overhandigt Jeugdzorg Nederland vandaag samen met de vakbonden FNV, CNV en FBZ een manifest aan de Tweede Kamer.
‘Beeld zorgwekkend’
De recente Arbeidsmarktverkenning Jeugd liet zien dat de grote tekorten zijn op de arbeidsmarkt in de jeugdzorg. Minister Hugo de Jonge (VWS) noemde het beeld dat de verkenning schetst ‘zorgwekkend.’ In het manifest vragen werkgevers en werknemers daarom om een specifiek arbeidsmarktplan Jeugdzorg met bijbehorende middelen.
Scholingsfonds
Daarnaast wordt in het manifest gepleit voor een scholingsfonds, (mede)gefinancierd door het Rijk. Terwijl de doelstellingen van de Jeugdwet en de ambities uit de diverse actieplannen heel veel extra vragen van de professionals op de werkvloer, nemen de mogelijkheden om ze daarbij te ondersteunen alleen maar af. Investeringen in scholing en reflectie zijn nodig om het vakmanschap verder te professionaliseren.
Indexering
Jeugdzorg Nederland, FNV, CNV en FBZ vragen het Rijk bovendien dwingende afspraken te maken over indexering. Het Rijk betaalt gemeenten een Overheidsbijdrage in de Arbeidsontwikkeling (OVA); gemeenten betalen die lang niet altijd door aan jeugdzorgorganisaties. Afgesproken moet worden dat de financiële ruimte die bedoeld is om te komen tot passende arbeidsvoorwaarden, ook voor dat doel gebruikt wordt.
Lagere lasten, hogere tarieven
Ook vragen Jeugdzorg Nederland en de bonden nogmaals aandacht voor de hoge administratieve lasten en regeldruk in de sector. Die lastendruk wordt grotendeels veroorzaakt door gemeenten en Rijk. Tot slot wordt in het manifest gepleit voor een fair tarief. Als gemeenten die niet kunnen betalen, moet het Rijk als stelselverantwoordelijke hen in staat stellen dat wel te doen.