Het demissionaire kabinet hakt ook in de vandaag gepresenteerde Miljoenennota en begroting geen knoop door over het jeugdzorgbudget na 2022. Eerder was al bekendgemaakt dat gemeenten in 2022 extra geld voor jeugdzorg krijgen: het gaat om 1,3 miljard euro. “Wij willen afspraken maken met gemeenten over structurele oplossingen voor de knelpunten in de jeugdzorg, maar dan moeten gemeenten ook weten waar ze aan toe zijn,” aldus Hans Spigt, voorzitter van Jeugdzorg Nederland. “Het kabinet schuift structurele oplossingen, zowel in maatregelen en wet- en regelgeving als in financiële zin, nu door naar een volgend kabinet. Het ziet er niet naar uit dat dit nieuwe kabinet snel op het bordes staat, terwijl de problemen in de jeugdzorg enorm zijn en om snelle actie vragen. Kwetsbare gezinnen en kinderen zijn de dupe van dit uitstel en er dreigt weer een verloren jaar.”
Structurele financiële zekerheid is hard nodig in de jeugdzorgsector. Hoogleraar Jochen Mierau pleitte afgelopen weekeind in een artikel van Follow The Money voor langjarige contracten tussen gemeenten en aanbieders. “Deze meerjarige contracten zijn cruciaal,” beaamt Spigt, “Ze bieden de zekerheid die nodig is om te kunnen investeren in professionals, te innoveren, en zo de zorg voor de meest kwetsbare kinderen te verbeteren. Maar gemeenten kunnen dergelijke meerjarige afspraken alleen maken als ze ook weten dat ze die na kunnen komen. Het Rijk moet hen die duidelijkheid snel geven.”
“Ook is het belangrijk dat het beschikbare geld goed benut wordt,” aldus Spigt. Het artikel dat Follow The Money dit weekeinde publiceerde over de geldstromen in de jeugdzorg roept vragen op over de winsten die sommige aanbieders weten te realiseren. “Een onderbelicht punt in de discussie over de jeugdzorgtekorten zijn de verliezen die de cruciale systeemaanbieders maken en de gevolgen daarvan voor juist de meest kwetsbare kinderen en gezinnen,” aldus Spigt, “Het Rijk kijkt vooral welke besparingen gemeenten door kunnen voeren, zodat de rijksbijdrage verlaagd kan worden. Maar deze zorg vraagt juist om een extra investeringen.”
Er lekt op meer plekken geld weg. Spigt: “Kijk bijvoorbeeld ook naar de enorme administratieve lasten. Uit onderzoek van FNV Zorg en Welzijn en Pointer blijkt dat de administratiedruk voor jeugdzorgprofessionals onverminderd hoog blijft. De afspraken om hier iets aan te doen, blijken te vrijblijvend. Gemeenten blijven allemaal hun eigen eisen stellen. Deze bureaucratie kost handen vol geld én gaat ten koste van het werkplezier van onze professionals. En daarmee ook ten koste van de gezinnen waar het uiteindelijk natuurlijk om gaat.”
Jeugdzorg Nederland benadrukt dat de problemen in de jeugdzorg niet alleen over geld gaan. “Welke zorg valt er wel en niet onder de jeugdhulpplicht van gemeenten, op welk schaalniveau kun je gespecialiseerde jeugdzorg en jeugdbescherming het beste organiseren, hoe verbeter je de regionale samenwerking: dat zijn allemaal zaken die wat ons betreft aan de orde moeten komen bij een gezamenlijk op te stellen Hervormingsagenda Jeugd,” aldus Spigt. “Deze vraagstukken dulden geen uitstel, er moet vaart gemaakt worden met deze agenda. We kunnen niet wachten op een nieuw kabinet.”