‘Ik wil echt het goede pad opgaan, maar het is alsof niemand mij dat gunt. Alsof iedereen mij blijft zien als die jongen van drie jaar geleden.’ Hoewel Marco mij het nooit zou laten zien, merk ik dat het hem pijn doet. Marco is een 19-jarige jongen die in het verleden veroordeeld is voor zware strafbare feiten. Een aantal jaren terug leek het alsof hij had gekozen voor de criminaliteit. Maar na zijn laatste veroordeling, waarbij hij een flinke periode een enkelband moest dragen en beperkt naar buiten mocht, lijkt het alsof hij nu de keuze heeft gemaakt om het rechte pad op te gaan.
Het zat hem alleen niet mee, dat klopt. Het vinden van werk bleek erg lastig zonder diploma’s. Marco had weinig werkervaring en had het eigenlijk simpelweg nodig dat iemand hem de kans gaf om aan de slag te gaan. De enkelband speelde de grootste rol. Mensen schrikken vaak als iemand een enkelband heeft en ze zijn bang voor de veiligheid van andere werknemers. Maar desondanks is het hem uiteindelijk gelukt een baan te vinden!
Daarnaast wilde Marco graag uit huis: zijn eigen plekje met begeleiding voor een nieuwe, verse start. Vol goede moed gingen wij samen de intake aan, maar helaas volgde een afwijzing van de woningbouw. Dit vanwege de regel dat ‘mensen die in detentie hebben gezeten geen contract kunnen krijgen.’ Marco was er direct klaar mee, hij wilde geen intake meer bij een andere instantie. Want: ‘het systeem is toch hetzelfde, alleen de personen zijn anders.’ Teleurgesteld vroegen we ons af waar jongeren met een verleden als hij wel terecht konden. Het trieste nieuws is dat daar bijna geen aanbod voor blijkt te bestaan.
Een aantal afspraken later vraag ik aan hem hoe het thuis gaat. ‘Hetzelfde.’ Marco zwijgt na deze boodschap. Ik zwijg ook, en dan volgt: ‘Ik ben eraan gewend, Ivon. Het is hoe het is.’ Dat hoor ik vaker van jongeren: zij lijken zich neer te leggen bij hun situatie en geven daardoor de boodschap af dat het ze niks doet. Ik twijfel vaak of dat klopt, wellicht omdat ik mezelf niet kan voorstellen dat het geen impact op ze heeft. Daarom vraag ik hem erop door.
‘Weet je Ivon, het zal pas anders gaan als er aan beide kanten dingen veranderen.’
‘Wat moet jij veranderen dan?’
‘Mijn ouders zullen pas tevreden zijn als ik een kopie ben van mijn broer.’
‘Maar dat is niet realistisch,’ zeg ik, ‘jij bent een ander persoon!’
‘Precies!’ zegt Marco met een glimlach.
Ik heb met hem te doen. Het lijkt me pijnlijk dat de mensen die het dichtst bij je staan dingen van je verwachten die je niet kan waarmaken. Ik vind het knap dat hij zich kwetsbaar opstelt en zich op deze manier kan uiten. Toen ik hem leerde kennen, destijds nog een bijna 17-jarige jongen, was deze manier van communiceren nog niet aan de orde in onze samenwerking. Ook was hij toen nog erg wantrouwend richting mij, wat hij ook regelmatig uitsprak.
Marco en ik hebben mooie stappen gezet in onze samenwerkingsrelatie, iets wat ik me pas besef nu ik dit stuk aan het typen ben. Ik weet nog hoe gefrustreerd ik kon raken dat ik geen ingang bij deze jongen had. Nu hebben we goede gesprekken, waarbij Marco ook laat zien op zichzelf te kunnen reflecteren.
Ik vind dat hij de goede kant op gaat. Hij is zeker niet meer diezelfde jongen van drie jaar geleden. Ik hoop dat zijn omgeving dit ook voldoende kan zien en dat Marco de kansen kan krijgen die hij nodig heeft. Ik ben namelijk van mening dat iemand alleen succesvol uit de criminaliteit kan blijven, wanneer hij dit zelf wil én wanneer de omgeving hem alle kansen geeft die nodig zijn om op het rechte pad te blijven.
In de serie ‘Jeugdzorg in de praktijk’ vertellen jeugdzorgprofessionals wat zij meemaken tijdens hun werk. Ivon Schouten is een van onze bloggers. Ze werkt sinds 2016 als jeugdreclasseerder in Brabant. Met haar blog voor Jeugdzorg Nederland wil ze niet alleen de mooie en succesvolle kanten laten zien van de Jeugdreclassering, maar ook de worstelingen en dilemma’s die er spelen.