‘Mijn vader doet kindermishandeling met mij’

Lieve Reza,

Een paar jaar lang was ze jouw jeugdbeschermer. Haar naam is Jeanine. Aan de zijlijn en tijdens onze multidisciplinaire overleggen -dat is een moeilijk woord voor overleg met een team jeugdbeschermers- mocht ik zien wat voor enorm lastige keuzes zij moest maken ten aanzien van jou en je broertjes.

Het begon allemaal best lang geleden. Veilig Thuis deed een melding bij de Jeugdbeschermingstafel -een moeilijk woord voor een overleg als mensen zich zorgen maken om kinderen- omdat zij vonden dat de omgang met je vader niet goed verliep. Een ‘casus binnen de complexe echtscheidingsproblematiek’ noemen ze het ook wel. Er was niemand in het vrijwillig kader die echt goed begreep waar dat nou aan lag. Waren jij en je broertjes echt bang voor je vader of had het misschien ergens anders mee te maken? Veilig Thuis was van mening dat een jeugdbeschermer dit moest onderzoeken.

Zo kwamen je broertjes en jij op een dag terecht bij mijn collega Jeanine. Ze bezocht jou, als oudste kind, als eerste op school. Een vertrouwde plek voor jou en je wist al dat ze langs zou komen. ‘Reza, weet je ook waarom ik hier ben?’ vraagt Jeanine aan jou. ‘Ja mevrouw, mijn vader verwaarloost mij en doet kindermishandeling met mij.’ Jeanine geeft aan dat dat best wel een moeilijk woord is en vraagt jou dit uit te leggen. De alarmbellen gaan eigenlijk direct af. Welk kind spreekt nu deze woorden uit zonder emotie? Het voelt geprogrammeerd voor mijn collega. Later zal Jeanine tijdens ons multidisciplinair overleg zeggen dat ‘jullie erg klem zitten’ en zij ‘het gevoel heeft dat dit niet jouw eigen mening is.’

Jeanine ziet met haar eigen ogen dat de omgang tussen je vader, jou en je broertjes eigenlijk heel liefdevol verloopt. Het woord ‘papa’ is nog nooit zo vaak gevallen als in dat ene uurtje dat mijn collega erbij is. In de auto is mijn collega getuige van het enorme loyaliteitsconflict als jullie lachend en zwaaiend met haar de straat bij papa uitrijden. Twee straten verder draai jij je om naar je jongste broertje en zegt ‘wat is hij toch een lul hè.’ Jeanine heeft moeite met in slaap vallen die avond.

Na een tijdje heeft Jeanine het voor elkaar gekregen en is er een omgangsregeling opgestart. Er is veel hulpverlening in het gezin en allemaal geven ze aan dat er geen sprake is van onveiligheid tussen jou, je broertjes en je vader. Het gaat een behoorlijke tijd goed maar op een dag wordt Jeanine gebeld door de hulpverlening. Je hebt tijdens een sessie bij de therapie aangegeven dat je vader je heeft geschopt, geslagen en naar je heeft gespuugd. Het is de dag dat je na drie weken zomervakantie naar je vader gaat. Vorige week toen mijn collega je op de BSO sprak had je er nog zoveel zin in. Dat lijkt nu weer zo ver weg. Je geeft aan dat het ‘zorgelijk’ is bij papa thuis.

————————————————————————————————————————————————————–

Van Jeanine wordt verwacht dat zij deze problemen gaat oplossen. Dat is de opdracht die de kinderrechter haar meegeeft. In de praktijk betekent dat vooral veel contact met advocaten en ouders in plaats van de kinderen en heel veel aanhoren over ‘die ene slechte ouder.’ Al snel raakt Jeanine in heel veel dingen verzandt met de moeder van Reza, maar over Reza en zijn broertjes gaat het niet echt. Ja, aan de oppervlakte worden steeds zorgen geuit over hen geuit als ze bij hun vader zijn maar de kern mag Jeanine nooit aanraken. De vraag is of kinderen van Reza’s leeftijd wel bezig zijn met hoe zij door een ouder worden opgevoed? Vanuit de wetenschap weten we dat kinderen loyaal zijn aan beide ouders tenzij er een zeer ernstig feit heeft voorgedaan en zelfs dan zijn er nog kinderen die die ouder willen blijven zien.

Van Jeanine wordt verwacht dat zij via een ouderschapstraject gaat zorgen dat de moeder van Reza zijn vader niet meer diskwalificeert. De ervaring leert dat het vaak een probleem is wat in vorige generaties ook speelt. En dat er vaak ook geestelijke gezondheidsproblemen spelen die niet altijd goed gezien worden. Is een jeugdbeschermer zoals Jeanine in haar eentje voldoende uitgerust om dit tij te keren? Helpt het om ouders samen aan tafel te zetten terwijl eentje zo vreselijk buiten spel gezet wordt? En boven alles: hoe bepaal je dat wat een kind als Reza zegt niet zijn eigen woorden zijn?

Jeanine geeft bij ons aan het niet meer te weten. Ondertussen stroomt de ene na de andere klacht bij haar binnen. ‘Je luistert niet naar de kinderen’, ‘de gedachte dat het goed is bij vader is niet feitelijk onderbouwd’, ‘waarom doe je er niks aan?’. Jeanine gaat er bijna aan onderdoor. We zien haar enorm worstelen met deze omgangsproblematiek. Wat haar het meeste dwars zit? Jeanine heeft bijna geen tijd om met Reza en zijn broertjes te praten omdat het alleen maar over de volwassenen en hun meningen en zorgen gaat.

Vandaag de dag zijn er heel veel jeugdbeschermers als Jeanine. Vandaag de dag zijn er heel veel kinderen zoals Reza die een ouder niet meer (willen of mogen) zien.

Onlangs ontmoette ik iemand die me de tip gaf dat wanneer je denkt dat je gek aan het worden bent, dat ook een aanwijzing kan zijn dat je op de goede weg zit.

Op een dag zitten we weer in multidisciplinair overleg. Jeanine heeft vorige maand weer een aantal andere tools en instrumenten uit de kast gehaald om te onderzoeken wat erachter zit dat Reza en zijn broertjes hun vader zo afwijzen. Het is nog steeds gaande.

‘Maar Jeanine, hoe voel jij je dan in deze zaak?’, vraagt onze gedragswetenschapper.

‘Ik vraag me af en toe af of ik gek ben.’

In de serie ‘Jeugdzorg in de praktijk’ vertellen jeugdzorgprofessionals wat zij meemaken tijdens hun werk. Christel Noppen is een van de bloggers. Christel is sinds 2016 werkzaam als jeugdbeschermer bij Jeugdbescherming West. In 2020 won zij een Hartenhuis Award (Stichting Het Vergeten Kind) voor meest inspirerende voogd. Dit is wat zij met haar blogs ook graag wil bereiken: mensen inspireren hoe het ook kan binnen de (gedwongen) hulpverlening.


Deel deze pagina: