Minister wil “rust, orde en regelmaat in de jeugdzorg”

Minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) wil “rust, orde en regelmaat” in de jeugdzorg. Hij gaat knelpunten in de inkoop en financiering van jeugdzorg “pragmatisch” aanpakken. En hij waakt ervoor zaken landelijk te regelen of verplicht te stellen als  gemeenten die zelf lokaal of regionaal kunnen oppakken: de gemeenteraad is degene die de “de vinger aan de pols” moet houden. In het Wetgevingsoverleg over de begroting Jeugd, zijn eerste debat als minister van VWS, doet Hugo de Jonge vooral veel toezeggingen. Concrete beleidsvoornemens presenteert hij in het voorjaar in een programma Zorg voor Jeugd dat hij samen met gemeenten en aanbieders gaat opstellen.

Financiële tekorten van gemeenten

Voorafgaand aan het debat overhandigen vertegenwoordigers van gemeenten, zorgaanbieders en cliëntenorganisaties uit Zuidoost-Brabant een petitie aan Kamerleden waarin ze pleiten voor “meer geld voor goede jeugdzorg.” Ze zijn niet de enige. Tijdens het debat wijzen verschillende Kamerleden op de tekorten van gemeenten. Tunahan Kuzu (DENK) wil weten of de minister gemeenten tegemoet gaat komen en of het verdeelmodel wordt aangepast. Rens Raemakers (D66) wil het probleem in kaart gebracht zien. De minister wil dat ook, en wil dat gemeenten met goede onderbouwingen komen: “Als wethouders aangeven geld tekort te hebben, dan nemen we dat serieus en zoeken we uit hoe dat komt, maar dan moeten ze de tekorten wel beter onderbouwen.” Hij verwacht in februari een beter beeld te hebben, maar geeft nu alvast aan dat “lang niet alle problemen in de jeugdzorg op te lossen zijn met extra geld voor gemeenten.” Wat volgens de minister wel zal helpen is dat er na drie jaar kortingen, dit jaar geen nieuwe bijkomen.

Administratieve lasten

Zorgen zijn er ook over de hoge administratieve lasten in de jeugdzorg. Nine Kooiman (SP) waarschuwt dat “kinderen zonder gezicht verdwijnen in papieren en cijfers.” En Judith Tielen (VVD) zegt dat gemeenten de zogenoemde standaarden voor inkoop en facturering wel gebruiken, maar daar bovenop nog aanvullende eisen stellen. Enige zelfreflectie is er ook. “We willen in Den Haag minder regels en minder bureaucratie maar bij elk incident eisen we meer regels en krijgen we dus meer bureaucratie,” zegt René Peters (CDA). Ook de minister vraagt om “zelfdiscipline”, maar erkent ook dat de decentralisatie geleid heeft tot meer administratieve lasten. Hij wijst op het wetsvoorstel terugdringen uitvoeringslasten dat hij nog voor de Kerst naar de Kamer wil sturen. Tielen (VVD) vraagt de minister wanneer de eerste schrapsessie (van regels) in de jeugdzorg is gepland. Sharon Dijksma (PvdA) stelt voor te beginnen met het schrappen van de (Europese) aanbestedingsplicht, “de grootste bron van administratieve lasten.”

Aanbestedingen

Dijksma vraagt de minister in Brussel te pleiten voor het buiten mededinging stellen van de jeugdzorg. Ze wordt daarin gesteund door bijna alle partijen. Ze refereert aan uitspraken die de minister eerder als wethouder deed: “stop de aanbestedingsplicht en steek de energie en het geld in de zorg.” Ze is niet de enige die hem aan die uitspraak herinnert, wat de Kamerleden op een koekje uit het eigen deeg van de minister komt te staan. De Jonge wijst de partijen er graag op dat ze, op de PVV na, allemaal ooit instemden met de aanbestedingswet en de jeugdwet. Desalniettemin is ook de minister kritisch op de aanbestedingsplicht. Al denkt hij dat er binnen de kaders van de wet veel meer mogelijk is dan gemeenten denken, bijvoorbeeld het maken van langjarige afspraken en het stellen van kwaliteitscriteria. Hij wil daarom eerst langs de gemeenten “met de handreiking Aanbesteden in het Sociaal Domein onder de arm” en daarna de stap naar Brussel maken met de knelpunten die binnen huidige wet niet op te lossen zijn. De minister zegt toe na de tussenevaluatie van de Jeugdwet te komen met een kabinetsstandpunt over aanbesteden in het sociaal domein en een verkenning van de route richting ‘Brussel’.

Faire tarieven en innovatiegeld

Nine Kooiman (SP) vraagt aandacht voor de lage tarieven die sommige gemeenten betalen voor jeugdzorg. Doordat er “onder de kostprijs” gewerkt moet worden, is er volgens Kooiman nauwelijks ruimte voor scholing en training van de jeugdzorgwerkers. Ze vraagt of de minister bereid is om landelijke basistarieven vast te stellen. De minister antwoordt dat hij dat niet zal doen maar dat de Transitie Autoriteit Jeugd (TAJ) kan bemiddelen bij disputen over tarieven. Hij geeft verder aan dat “een deel van het gedoe over tarieven onderdeel is van het onderhandelingsspel.” Bovendien is het aan de gemeenteraad om “de vinger aan de pols” te houden. Lisa Westerveld (GroenLinks) noemt het belang van innovaties in de jeugdzorg en vraagt de minister daarvoor geld te reserveren. Minister wijst op het transformatiefonds dat wordt opgericht met geld van Rijk en gemeenten. Hij gaat niet over de uitkering uit het fonds. “Innovatiegeld moet regionaal worden besteed en dus moet er ook regionaal over worden besloten.” Wel wil de minister in gesprek met gemeenten en aanbieders over de “spelregels”.

Pleegzorg

Tot slot veel aandacht voor pleegzorg. De Kamerleden maken zich zorgen over het tekort aan pleegouders. Rens Raemakers (D66) vraagt of de minister de werving van pleegouders “absolute prioriteit” wil geven en vraagt samen met Sharon Dijksma (PvdA) om meer geld en meerjarige afspraken over werving met de VNG en Jeugdzorg Nederland.  Fleur Agema (PVV) vraagt of de screening voor aspirant-pleegouders niet té streng is en of er wel genoeg gedaan wordt aan behoud van goede pleegouders. De minister geeft aan dat hij de stand van zaken rondom het Actieplan Pleegzorg zal meenemen in zijn programma Zorg voor Jeugd dat hij in het voorjaar presenteert.

Overige onderwerpen

Er komen tijdens het Kamerdebat nog veel meer onderwerpen aan de orde. Zie voor de verslaglegging daarvan, de links onderaan dit bericht (zal worden aangevuld). D66 pleit voor een jaarlijks Kindervragenuurtje op de Internationale Dag van de Rechten van het Kind. CDA, ChristenUnie en de SGP vragen of relatietherapie kan worden opgenomen in het basispakket van de zorgverzekeraars, ter voorkoming van vechtscheidingen met alle nadelige gevolgen voor kinderen van dien. GroenLinks wil meer inzet van verlengde pleegzorg. En de SP wil gemeenten steunen bij de aanpak van veelverdieners bij jeugdzorgaanbieders. Verschillende partijen vragen om oplossingen voor de zogenoemde 18-/18+problematiek, het gebrek aan deskundigheid bij sommige wijkteams, de wachtlijsten voor specialistische jeugdhulp en de inrichting van regionale expertteams. En tot slot beantwoordt minister Dekker van Rechtsbescherming (Justitie & Veiligheid) vragen over waarheidsvinding in de jeugdbescherming en de toenemende agressie in de jeugdzorg.

Er worden twaalf moties ingediend waarover de Kamer op 12 december zal stemmen.

Klik hier voor het debat in het kort: kort verslag van de Tweede Kamer van het Wetgevingsoverleg Jeugd van 4 december 2017.

Klik hier voor debat gemist: integrale uitzending van het Wetgevingsoverleg Jeugd van 4 december 2017.

Klik hier voor het woordelijk verslag van het Wetgevingsoverleg Jeugd van 4 december 2017 (stenogram),

Klik hier voor de ingediende moties en de uitslag van de stemmingen erover.

Klik hier voor het amendement van het lid Kooiman over een investering van 300 miljoen in de jeugdzorg.

Klik hier voor het verslag van de VNG van het Wetgevingsoverleg Jeugd van 4 december 2017.

Klik hier voor de brief die Jeugdzorg Nederland schreef samen met de vakbonden.

Klik hier voor de brief van de jeugdbranches Jeugdzorg Nederland, GGZ Nederland, VGN en VOBC.

 


Deel deze pagina: