Het aanpakken van armoede en schulden. Een investering in de onderwijskwaliteit. Een goede start voor ieder kind op de kinderopvang, voor 95 % door de overheid gefinancierd. Een aanpassing van de kostendelersnorm voor inwonende jongvolwassenen tot 27 jaar. Het programma Kansrijke Start wordt uitgerold in alle gemeenten. Waar mogelijk krijgen professionals in de uitvoering meer beslisruimte. Meer preventie tegen problematisch drugsgebruik, in het bijzonder voor kwetsbare jongeren. Extra aandacht voor praktijkonderwijs. Goede, tijdige en passende jeugdzorg. Bij eerste lezing van het vorige week gepresenteerde coalitieakkoord raakte ik zowaar behoorlijk enthousiast! Dat enthousiasme werd al behoorlijk getemperd toen ik zag dat er in de ‘budgettaire bijlage’ een bezuiniging van een half miljard euro op jeugdzorg verstopt zit. De afgelopen dagen heb ik het coalitieakkoord nog eens heel goed gelezen, en is m’n enthousiasme nog verder afgenomen.
Bij jeugdzorg maakt de coalitie het wel heel bont: in het coalitieakkoord wordt met geen woord gerept over een extra bezuiniging. Daar staat slechts ‘Vanaf 2024 worden in aanvulling op de huidige hervormingsagenda extra beleidsmaatregelen in de jeugdzorg genomen’. Je moet wel heel goed thuis zijn in de Haagse eufemismen om te snappen dat hier een bezuiniging van een half miljard wordt aangekondigd. En zo zijn er meer onderwerpen waar de budgettaire bijlage duidelijker maakt wat er echt gaat gebeuren dan het coalitieakkoord zelf. Zo haalt de nieuwe coalitie eerst 1 miljard euro uit het Gemeentefonds om dit vervolgens uitgesmeerd over tien jaar weer terug te geven aan gemeenten als impuls voor de woningbouw. De VNG spreekt van een ‘valse start’ voor het nieuwe kabinet en ik snap die boosheid van gemeenten goed. In onze kritiek op de onverwachte forse extra bezuiniging op jeugdzorg staan we dan ook zij-aan-zij.
Ondanks de goede voorstellen die her en der zeker in het akkoord staan, ben ik dus niet erg positief. Dat heeft, naast de jeugdzorgbezuiniging, twee hoofdredenen. De eerste is dat bij heel veel mooie ambities nog volstrekt onduidelijk is hoe deze in de praktijk vorm zullen krijgen. De optimist zal benadrukken dat dit in het kader van de nieuwe bestuurscultuur nog alle ruimte biedt om daar invloed op te hebben. Maar de pessimist die de budgettaire bijlage beter las dan het coalitieakkoord, zal er op wijzen dat de bezuinigingen wel keihard zijn ingeboekt. Het is moeilijk om maatregelen te beoordelen als je niet weet hoe ze er precies uit zullen zien. De ervaring leert: ‘the devil is in the details’…
De tweede reden heeft met het genoemde ‘her en der’ te maken: de positieve maatregelen lijken zo ‘hapsnap’ en los van elkaar te staan. Ik mis op veel terreinen een overkoepelende en samenhangende visie, en zeker bij het thema opvoeden, opgroeien en gezonde ontwikkeling mis ik deze ambitie. Dat de kinderopvang alleen voor werkende ouders bijna gratis wordt, maakt duidelijk dat dit meer een arbeidsmarktmaatregel is dan dat het voortkomt uit een visie op de ontwikkeling van kinderen en bevordering van kansengelijkheid. En op tal van plekken mis ik de concrete vertaling naar of aansluiting op de problematiek van kwetsbare kinderen. Extra woningen voor studenten, spoedzoekers, arbeidsmigranten en daklozen, maar geen woord over de jongeren uit de jeugdzorg die op woonruimte wachten. Ook het verbeteren van de aansluiting van ondersteuning en zorg wanneer jongeren 18 jaar worden ontbreekt volledig in het akkoord. Welke stappen gaan we zetten om hun start in het volwassen leven te verbeteren wat betreft werk, inkomen, opleiding, woonruimte en hulp als die nodig is? De jeugd is gewoon vergeten en zeker de jeugd die het niet makkelijk heeft in deze tijd!
Het streven om kinderarmoede te halveren juich ik van harte toe, maar vanuit een bredere visie had dit ambitieuzer gemoeten. Het gaat om gezinnen in armoede en het aanpakken van schulden, dan kan het ook gezien worden als preventieve maatregel om de instroom in jeugdzorg te verlagen. Samenhang en dwarsverbanden ontbreken, terwijl daar zoveel winst te halen valt.
De paar zinnen die er wel over jeugdzorg in het coalitieakkoord staan, verdienen snel een concrete vertaling. Er staat: “We bakenen duidelijk af wat we onder jeugdzorg verstaan en gemeenten worden in staat gesteld om dit te leveren. Gespecialiseerde jeugdzorg (waaronder jeugd-GGZ) wordt centraler ingekocht. De jeugdbeschermingsketen wordt verbeterd waarbij de rechtsbescherming van het kind en het gezin centraal staan”. De komende weken zal duidelijk worden wie de staatssecretaris van Jeugd en Preventie wordt. Ik ga graag zo snel mogelijk met hem of haar in gesprek over de concrete uitwerking van de jeugdzorg-zinnen uit het coalitieakkoord. Want extra beleidsmaatregelen voor de jeugdzorg zijn hard nodig, en de bezuinigingsdrang mag het niet winnen van de ambitie om tot een beter werkend stelsel en vooral tot betere zorg voor kwetsbare gezinnen en kinderen te komen. Dan blijft ‘Omzien naar elkaar’ niet een zelfzoekende vrijblijvende oproep, maar wordt het een doel voor overheid en samenleving.
Hans Spigt, voorzitter Jeugdzorg Nederland