De pleegvergoeding voor pleegouders wordt met ingang van 1 januari 2023 met 14,3 % verhoogd. Dit is goed nieuws en een erkenning voor de gestegen kosten van pleegouders. Zij hebben recht op een passende, kostendekkende onkostenvergoeding. Tegelijkertijd maakt Jeugdzorg Nederland zich zorgen over de financiële situatie van de pleegzorgaanbieders. Zij betalen deze pleegvergoeding aan de pleegouders en hadden de afgelopen jaren vaak al te maken met krappe tarieven. Ongeveer de helft van het pleegzorgtarief dat een pleegzorgaanbieder van de gemeente ontvangt, wordt besteed aan de betaling van de wettelijke en landelijk vastgestelde pleegvergoeding. In een brief roept Jeugdzorg Nederland de VNG en het ministerie van VWS er voor te zorgen dat de financiële ruimte die het Rijk nu biedt, door gemeenten wordt vertaald naar passende indexering van de pleegzorgtarieven voor 2023. Zodat de pleegzorgaanbieders hun werk goed kunnen blijven uitvoeren.
Op 2 december 2022 verscheen een bericht in de Staatscourant over de wijzing van de Regeling Jeugdwet in verband met de indexering van de pleegvergoeding met daarbij de landelijk vastgestelde basisbedragen en toeslagen voor 2023. Met een indexpercentage van 14,3 % doet het ministerie van VWS recht aan de grote prijsstijgingen en stijgende energielasten waar pleegouders mee te maken hebben. Alle pleegzorgaanbieders nemen de nieuwe vergoedingen voor pleegouders per 1 januari 2023 op in hun vergoedingenstelsel.
Deze kostenstijging komt voor de pleegzorgaanbieders echter boven op de toenemende financiële problemen van jeugdhulpaanbieders, de zorgen over de hoge inflatie en de achterblijvende indexering door gemeenten waarvoor Jeugdzorg Nederland samen met collega branches eerder in een brief aandacht vroeg.
Extra geld naar gemeentefonds
Het kabinet maakte in november in een brief bekend dat gemeenten een extra prijsbijstelling ontvangen om hen in staat te stellen maatwerk te bieden voor de gevolgen van de (energie)kostenstijging (via het gemeentefonds). Gemeenten kunnen voor 2023 zelf keuzes maken om lokaal, waar nodig, aanvullende maatregelen te nemen, en zo ook tarieven, subsidies en vergoedingen passend te indexeren o.a. voor de jeugdzorg. In dit verband noemt het ministerie van VWS ook de aanpassing van de vergoedingen voor pleeggezinnen.
Het pleegzorgtarief is opgebouwd uit twee onderdelen met een verschillend indexpercentage:
- 14,3 % voor de betaling van de pleegvergoeding
- 5,72 % voor de prestaties van de pleegzorgaanbieder (o.a. begeleiding ban pleeggezinnen, ouders en kinderen).
Dit percentage is gebaseerd op de reguliere indexactie van 4,74 % voor personeelskosten (die voor 90 % meewegen) en 14,57 % voor de inflatie en stijging van de materiële kosten (die voor 10 % meewegen). De helft van het pleegzorgtarief gaat op aan de pleegvergoeding en de andere helft aan de inzet van de pleegzorgaanbieder. Dit leidt tot een indexpercentage voor het pleegzorgtarief voor 2023 van 10,0 % (namelijk het gemiddelde van 14,3 % en 5,72 %).
Zonder een passende indexering van het pleegzorgtarief komen de diensten van de pleegzorgaanbieders, waaronder de begeleiding van pleegouders, ouders en pleegkinderen, enorm onder druk te staan.