Joyce Hupkens (41) werkt bij het ministerie van Justitie en Veiligheid en is pleegouder van twee kinderen. Ondanks de scheiding van haar voormalig partner kon zij meebewegen met de nieuwe situatie en zorgt ze met veel plezier en liefde voor haar kinderen.
“Ik zeg het eerlijk: ik ben blij als ik de kinderen ’s ochtends naar school breng. Maar ik ben nóg blijer als ik ze ‘s middags weer ophaal,” vertelt Hupkens lachend. “Samenzijn vind ik het allermooiste. Gewoon samen cakejes bakken en gezellig met chips op de bank tijdens onze wekelijkse filmavond.”
Hupkens is in 2014 pleegouder geworden van Francesco (10) en Gabriëla (9) die biologische broer en zus van elkaar zijn. “Francesco kwam bij mijn toenmalige partner en mij in huis toen hij acht maanden oud was. Gabriëla was één week oud en kwam als prematuur baby gelijk uit het ziekenhuis bij ons.” Ze benadrukt dat zij haar kinderen niet als pleegkinderen ziet. “Dat komt ook doordat wij na een paar jaar al de pleegouder- voogdij hebben gekregen. Dan weet je ook dat ze niet meer weg zullen gaan. We hebben een sterke band met elkaar. Dat ik zoveel warmte, liefde en genegenheid ervaar, ondanks dat ik de kinderen niet zelf heb gedragen, blijf ik iets magisch vinden.”
Fijn thuis
“Ik heb eigenlijk nooit de wens gehad om zelf zwanger te worden en was ook niet met het moederschap bezig. Totdat mijn toenmalige partner die toen bij de politie werkte bij een uithuisplaatsing aanwezig was. Hij raakte in gesprek met een medewerker van Veilig Thuis die vertelde dat er een groot pleegoudertekort was. Wij zijn ons erin gaan verdiepen en we hadden alles om een kindje een goed thuis te bieden. Francesco kwam al gauw bij ons wonen en acht maanden later volgde – heel onverwacht – zijn zusje Gabriëla. Wij wisten niet dat hun biologische moeder zwanger was en werden na de geboorte gebeld met de vraag of we Gabriëla wilden opnemen. In een week tijd hebben we alles geregeld en de kleine meid is gekomen.”
Scheiding
“De scheiding kwam voor mij heel onverwachts, van de ene op de andere dag vertrok mijn ex-partner uit het huis. Dat was heftig. Ik had niet alleen mijn eigen verdriet, maar natuurlijk ook het verdriet van de kinderen, die toen tweeënhalf en vier jaar waren. Ik vond het belangrijk dat er een ouderschapsplan kwam waarin afspraken duidelijk waren opgesteld. We hebben een omgangsregeling getroffen en kunnen nu goed met elkaar communiceren over de kinderen. Ze zijn om het weekend bij hun vader en worden elke woensdag- middag door hem opgehaald bij school en hij brengt ze donderdagochtend weer naar school. De kinderen vinden deze regeling helemaal prima en zijn eraan gewend. Het gaat gelukkig heel goed met iedereen.”
Geen contact
Een moment dat ze zich als pleegouder altijd zal blijven herinneren, is een begeleid bezoek met de biologische ouders. Hupkens: “Dat was confronterend. Ik merkte veel boosheid bij de biologische ouders richting mij, zij hadden het idee dat ik hun kinderen afpakte. Tegelijkertijd was het ook een mooi moment omdat zij als ouders wel in de gelegenheid werden gesteld om hun kinderen te zien. Die tegenstrijdigheid vond ik lastig. Ik maakte mij ook zorgen hoe dit in de toekomst zou gaan verlopen. Maar vanaf dat Gabriëla een half jaar oud was, is er geen contact meer geweest. Hun biologische moeder raakte opnieuw zwanger en ze zijn naar Italië vertrokken. We hebben nooit meer iets vernomen. De kinderen weten wie hun ouders zijn en dat ze twee zusjes en waarschijnlijk nog een broertje hebben. Ze stellen er weleens vragen over. Bijvoorbeeld of hun ouders wel van ze houden omdat ze nooit iets laten horen. Ik zeg altijd dat hun ouders heel veel van ze houden. Ik probeer open en eerlijk te zijn en de situatie zo goed mogelijk uit te leggen.”
Onzekerheid
Heeft ze een tip voor leden van Jeugdzorg Nederland? “Toen Gabriëla bij ons kwam, werd er vanuit jeugdzorg gezegd dat haar biologische moeder wederom een kans zou krijgen om zelf voor haar te gaan zorgen in een moeder-kindhuis. Dat gunde ik haar, bij Francesco was het niet gelukt, maar ik vond het ook moeilijk omdat ik mij enorm hechtte aan de baby. Die eerste periode heb ik lang in onzekerheid gezeten, omdat niet duidelijk werd wat er zou gaan gebeuren en of ze wel bij ons zou blijven. We hoorden wekenlang niets. Als het een langdurige plaatsing is, zou mijn advies zijn om pleegouders meer te betrekken. Ik had het fijn gevonden om in zo’n situatie beter geïnformeerd te worden.
Dit artikel stond in het JN-magazine van juni (in de rubriek ‘bijgebleven’) met als thema ‘in beweging’.
Je kan het hele magazine bekijken via deze link.