De eindconclusie in het rapport van De Kinderombudsman over feitenonderzoek bij ingrijpende jeugdzorgbeslissingen luidt: ‘Concluderend kan worden gesteld dat het AMK, BJZ en de Raad over het algemeen professioneel en deskundig te werk gaan’. Wel geeft De Kinderombudsman aanbevelingen voor verbetering, omdat er ondanks de professionele en deskundige werkwijze toch fouten gemaakt worden. Jeugdzorg Nederland onderschrijft deze eindconclusie uit het rapport en neemt de aanbevelingen ter harte.
Jeugdzorg Nederland is het met De Kinderombudsman eens dat gedegen feitenonderzoek en zorgvuldige rapportage van groot belang zijn. In het rapport benadrukt De Kinderombudsman dat onvolkomenheden of fouten in rapportages niet per definitie leiden tot onjuiste besluiten, maar Jeugdzorg Nederland erkent dat dergelijke fouten het vertrouwen van ouders in de jeugdzorg kunnen schaden.
Gedwongen hulpverlening, Ondertoezichtstellingen (OTS) en uithuisplaatsingen zijn ingrijpende maatregelen in het leven van ouders én kinderen. Jeugdzorg Nederland deelt de mening van De Kinderombudsman dat deze beslissingen zorgvuldig en gedegen onderbouwd genomen moeten worden. De aanbevelingen uit het rapport neemt de branche dan ook ter harte. Zowel de AMK’s als de Bureaus Jeugdzorg hebben al verbeterslagen gemaakt rond het feitenonderzoek en de rapportages.
De Kinderombudsman geeft aan dat het aantal formeel ingediende klachten relatief klein is en beschrijft waarom klachten van ouders lang niet altijd terecht zijn. Jeugdzorg Nederland onderschrijft de stelling van de jeugzorgprofessionals dat fouten soms voorkomen. De vraag hoe vaak er fouten gemaakt worden, is met de gekozen onderzoeksopzet moeilijk te beantwoorden. Dat neemt niet weg dat ook Jeugdzorg Nederland er naar streeft de kans op fouten zo klein mogelijk te maken.
Meer informatie:
- Rapport ‘Is de zorg gegrond?’(De Kinderombudsman), conclusie op pagina 95.