SER-advies: van systemen naar mensen

Voor specialistische en hoogspecialistische jeugdzorg zal de inkoop, organisatie en aansturing plaats moeten vinden op een hoger schaalniveau dan het gemeentelijke’. Dat schrijft de Sociaal-Economische Raad (SER) in het vandaag gepubliceerde advies ‘Jeugdzorg: van systemen naar mensen’, waar Jeugdzorg Nederland een bijdrage aan leverde. In dit advies aan de informateur vraagt de SER ook aandacht voor jongeren die 18 jaar worden: niet alleen moet hun zorg doorlopen, ook moet er aandacht zijn ‘voor de vier overige leefgebieden: huisvesting, financiën en bestaanszekerheid, school of werk en sociale steun (de zogenaamde ‘big five’)’. Daarnaast is het volgens de SER ‘belangrijk dat het financiële conflict tussen rijk en gemeenten wordt beslecht, zodat gemeenten hun taken beter kunnen uitvoeren.’ De SER onderschrijft daarmee onder meer de drie thema’s die Jeugdzorg Nederland vóór de verkiezingen centraal stelde in haar verkiezingspamflet ‘Kiezen voor een betere jeugdzorg’.

Het SER-advies over jeugdzorg bevat tien aanbevelingen voor de korte termijn: een nieuw kabinet kan met deze aanbevelingen direct aan de slag om de druk op de jeugdzorg te verlichten. Andere aanbevelingen betreffen het versterken van de inspraak van jongeren, de autonomie van professionals en de expertise in de lokale teams. Daarnaast pleit de SER voor het terugdringen van bureaucratie en administratieve lasten, voor preventie en integraal werken, voor duurzaam partnerschap tussen gemeenten en jeugdzorgorganisaties en voor duidelijk en goed toezicht. Olaf Prinsen, directeur van Jeugdzorg Nederland: ‘Alle knelpunten waar we al geruime tijd aandacht voor vragen, komen in dit advies aan de orde. Het is nu zaak dat een nieuw kabinet er ook echt werk van maakt. Daarmee zijn niet alle problemen opgelost, maar komen we wel uit de huidige wurggreep.’

Naast de tien aanbevelingen voor de korte termijn, kondigt de SER in het advies ook een fundamenteler en breder vervolgadvies aan. Dat advies moet in 2022 gereed zijn. Want, zo constateert de SER, ‘er is meer nodig om de problemen in de jeugdzorg op te lossen. Een aantal vraagstukken blijft met dit briefadvies onbeantwoord, onder andere de toenemende vraag naar zorg, het voorzieningenniveau dat we als maatschappij beschikbaar willen stellen en de inrichting van het jeugdzorgstelsel.’ Prinsen: ‘De huidige tien aanbevelingen komen er voor mij op neer dat iedereen zijn eigen taak goed uitvoert. ‘Schoenmaker houd je bij je leest’. Dan ontstaat er rust en ruimte om naar de lange termijnoplossing te kijken. Jeugdzorg Nederland leverde een bijdrage aan het huidige advies en we werken ook graag mee aan het vervolgadvies.

 


Deel deze pagina: