Stop de carrousel

Op dinsdag 30 oktober organiseert de stichting Het Vergeten Kind het slotsymposium van ‘Stop de carrousel’. Op basis van de eerdere debatten in het hele land in de ‘Stop de carrousel’-reeks wordt een manifest gepresenteerd. Voordat de interessante en leerzame inspiratiesessies van start gaan, mag ik op dit symposium namens Jeugdzorg Nederland reageren op het manifest. Die reactie licht ik in deze column graag alvast toe.

De vier kernpunten uit het manifest zijn:
1.       Bied kinderen in de residentiële hulp een vaste woonplek
2.       Zorg dat die plek ook de juiste is voor het kind
3.       Maak die plek fijn en veilig
4.       Bied een kind ook buiten de jeugdhulp een eigen netwerk

Bevlogen professionals

De stichting Het Vergeten Kind kiest er nadrukkelijk voor de manifest toe te spitsen op de residentiële jeugdzorg. Natuurlijk is het ook belangrijk dat we kijken hoe we zorg eerder, dichterbij en in gezinnen zelf kunnen brengen, maar het lijkt in het publieke debat daarover nu bijna alsof dat voor alle kwetsbare jongeren dé oplossing is. Dat is natuurlijk niet zo. Er zullen altijd jongeren zijn voor wie zwaardere zorg nodig is, om allerlei uiteenlopende redenen. Hopelijk wel voor minder kinderen dan nu, maar het is heel goed dat tijdens dit symposium juist deze zorg voor zeer kwetsbare jongeren centraal staat. Dat is ook belangrijk voor al die jeugdhulpprofessionals die zich dag-in-dag-uit met hart en ziel inzetten voor deze jongeren. Als het beeld ontstaat dat deze residentiële vormen van zorg overbodig of onwenselijk zijn, dan doet dat ook iets met het zelfbeeld van deze bevlogen professionals. Ik vind het daarom heel goed dat we vandaag samen tegengas geven en de aandacht juist vestigen op het verder verbeteren van deze vormen van zorg voor zeer kwetsbare jongeren. Dus niet die huidige zorgvormen alleen maar behouden, maar juist doorontwikkelen en nieuwe ‘zo-thuis-mogelijke’-situaties creëren. Voor ieder kind is een andere vorm passend, daar willen we maatwerk in leveren. Jongeren, gemeenten, professionals en zorgaanbieders moeten samen optrekken om dat te realiseren.

We kunnen het niet alleen

Namens Jeugdzorg Nederland onderschrijf ik het manifest van harte. Onze professionals zijn daar natuurlijk in het werk van iedere dag ook al mee bezig. Het onderschrijven van de aanbevelingen betekent helaas niet dat het morgen ook gerealiseerd is. Jeugdzorgorganisaties kunnen dit namelijk echt niet alleen. Ik hoop dat het ministerie, de gemeenten en andere partners de aanbevelingen ook zullen onderschrijven. Dan kunnen we namelijk samen aan de slag om ze uit te voeren.

Kennis en vakmanschap

Als ik de aanbevelingen even op me in laat werken, dan zie ik eigenlijk vooral dat de jeugdprofessionals een cruciale rol spelen. Neem de oproep om stabiliteit en vaste gezichten te bieden: dat gaat over die medewerkers. Of neem de ambitie te zorgen dat jongeren meteen op de juiste plek terecht komen: dat vraagt heel wat kennis en vakmanschap van degene die bij die toeleiding betrokken is. Veiligheid, geborgenheid, het opbouwen van een netwerk: dit vraagt om vakbekwame professionals die toegerust zijn voor het uitvoeren van hun taken in het nieuwe stelsel. Dat betekent ook dat er ruimte moet zijn voor scholing, voor reflectie en intervisie, zowel in tijd als in middelen om de opleidingskosten te betalen. Dat lukt niet als bij de inkoop van deze zorg de tarieven volledig uit worden geknepen. Als we dit proces willen keren en vakmanschap en professionalisering centraal willen stellen, zoals Jeugdzorg Nederland graag wil, dan vraagt dat ook om commitment van gemeenten en ministerie. Want anders krijgen we dit echt niet geregeld. Terwijl één van de bedoelingen van de Jeugdwet nu juist was om de professionals de ruimte te geven hun werk goed in te vullen.

Ruimte voor maatwerk

Tijdens het symposium zal ik nog wel een kanttekening plaatsen bij de formuleringen in het manifest. Ik wil niks af doen aan de intentie achter de aanbevelingen, die onderschrijf ik namelijk volledig. Maar ze zijn nu soms wel erg absoluut geformuleerd. Ik pleit voor ruimte voor de vakbekwame professional, voor maatwerk passend bij de jongere. En er zijn situaties denkbaar waarin het voor een kind in dat individuele geval toch beter is om naar een andere plek te verhuizen, of naar een pleeggezin. Alle steun voor de richting die het manifest op wil, maar pas op voor nieuwe ‘absolute’ richtlijnen, als je nu eigenlijk juist maatwerk wil realiseren. Met die kanttekening onderschrijf ik vanmiddag namens Jeugdzorg Nederland het manifest van Het Vergeten Kind en roep ik alle andere betrokken partijen op om hetzelfde te doen.

Monique Kavelaars
Bestuurslid van Jeugdzorg Nederland
Lid van de Raad van Bestuur van Pluryn


Deel deze pagina: