De Tweede Kamer roept het kabinet op om, samen met de VNG, te komen tot een eenduidig minimumtarief en een eenduidige verantwoordingsvorm voor jeugdbeschermingsorganisaties. CDA en PvdA, indieners van de motie, stellen dat jeugdbescherming overal in gelijke mate en op vergelijkbare wijze beschikbaar zou moeten zijn en dat een minimumkostprijs dus goed te berekenen valt. Tijdens de stemmingen nam de Tweede Kamer vandaag negen moties over jeugdzorg aan. De moties horen bij het commissiedebat over jeugdzorg van 22 juni en werden ingediend tijdens de plenaire afronding van dat debat op 5 juli.
Jeugdzorg Nederland pleit al geruime tijd voor een landelijk tarief en een landelijk verantwoordingskader voor jeugdbescherming. Minister Dekker verzette zich vergeefs tegen de ingediende motie. De Tweede Kamer is het echter eens met Jeugdzorg Nederland dat de wijze waarop jeugdbeschermers hun werk doen, niet afhankelijk mag zijn van de ‘toevallige’ financiële situatie van de gemeenten in de betreffende regio.
Jeugdbeschermingsketen
Daarnaast steunt de Tweede Kamer de ambitie van Jeugdzorg Nederland om de jeugdbeschermingsketen beter te organiseren. Zowel een motie over het onderzoeken van een fusie van Veilig Thuis, Raad voor de Kinderbescherming en/of Gecertificeerde Instellingen als een motie die oproept tot een constructieve houding in dit veranderproces, werden door de Kamer aangenomen. Ook een motie van D66 over een rol voor de landelijke overheid in het arbeidsmarktbeleid voor jeugdbescherming, inclusief onderzoek naar een lagere caseload, kreeg steun van een Kamermeerderheid.
Overige moties
De Tweede Kamer wil dat de schadevergoeding die slachtoffers van geweldsmisdrijven in de jeugdzorg krijgen, niet alsnog gevorderd kan worden door schuldeisers uit het verleden (motie GroenLinks – ChristenUnie). Ook steunt de Kamer een motie van ChristenUnie en Bij1 die de regering verzoekt om de organisaties achter de vele recent verschenen jeugdzorgrapporten en de daarbij betrokken ervaringsdeskundigen te betrekken bij het opstellen van de hervormingsagenda. De moties van de PVV over een scherper en actiever opsporingsbeleid bij meisjesbesnijdenis en een wettelijk verbod op maagdenvlieshersteloperaties werden eveneens aangenomen, net als een motie van de ChristenUnie met de oproep alles in het werk te stellen om het Istanbulverdrag zo snel mogelijk te bekrachtigen voor Caribisch Nederland.
Meer informatie:
Stemmingsuitslag: aangenomen en verworpen moties
Verslag Kamerdebat 22 juni 2021: ‘Wie is de Ernst Kuipers van de landelijke jeugdzorg?’