Vanmiddag sta ik in Den Haag

Vandaag staakt een deel van onze medewerkers, voor het eerst in de geschiedenis van de jeugdzorg. In Den Haag komen ze samen om te strijden voor ‘minder werkdruk, meer vertrouwen, meer mogelijkheden.’ Wij als werkgeversorganisatie steunen die eisen. Vanmiddag sta ik daarom op het podium in Den Haag.

Waarom? Omdat jeugdzorgorganisaties zich met de rug tegen de muur geplaatst voelen. De jeugdzorg draait volledig op menskracht. Wil je investeren in goede zorg, dan moet je dus investeren in mensen, in goede professionals die hun werk optimaal kunnen doen: in lagere werkdruk, meer werkplezier. Daar hebben werkgevers een belangrijke rol in en daar hoort voor hun werknemers een passende beloning bij: met andere woorden, een fatsoenlijke cao met een redelijke loonsverhoging, net als in andere sectoren. Maar zodra de organisaties overgaan tot hogere lonen, zonder dat ze er iets bij krijgen van de gemeenten, wordt de ruimte voor het aantrekken van nieuwe medewerkers kleiner, gaat de werkdruk omhoog en wordt het werkplezier lager. En dan heb ik het nog niet eens over de gewenste transformatie die zo niet van de grond komt: hoe moeten professionals anders gaan werken als er geen tijd is voor opleiding, overleg, reflectie en intervisie?

Extra geld nog niet naar de zorg

Eerder dit jaar was er goed nieuws. Gemeenten krijgen in 2019, 2020 en 2021 extra geld voor de jeugdzorg. De gemeenten gingen morrend akkoord met het bedrag. Jeugdzorg Nederland wil pas afrekenen op het resultaat: uiteindelijk zijn het de gemeenten die betalen voor jeugdzorg – als die nu eerlijke geïndexeerde tarieven kunnen betalen voor de zorg, dan is het bedrag voldoende. Tot nu toe hebben we echter nog geen hogere tarieven gezien, maar wel zorgwekkende verhalen gehoord: gemeenten die het geld gebruiken om hun eigen tekorten te vullen of hardop zeggen dat ze het bedrag van het Rijk te laag vinden en aanbieders die nog steeds onder de kostprijs werken of nu al horen dat ze kortingen krijgen op hun contract voor komend jaar.

Geen woorden maar daden

2019 is al ver over de helft en voorlopig is er bij de zorg nog niks bijgekomen. Geen kind, gezin of professional heeft iets gemerkt of is er beter van geworden. Ondertussen lijken Rijk en gemeenten lijken elkaar nog steeds in de greep te houden, want de afspraken die horen bij het miljard voor de komende jaren moeten nog steeds worden ‘geconcretiseerd’ – althans, wij hebben nog niet gehoord wat ze inhouden. Daarom zijn vanmiddag in Den Haag ook verschillende werkgevers aanwezig. En daarom sta ik vanmiddag op het podium, samen met de (vice-)voorzitters van FNV en CNV. Ik geloof oprecht dat alle partijen het beste willen voor onze jeugd en onze zorg, maar intenties alleen zijn allang niet meer voldoende. Op ‘z’n Rotterdams’ gezegd: we willen geen woorden, maar daden! Ik wens alle stakers vandaag veel succes.

Hans Spigt,
voorzitter Jeugdzorg Nederland


Deel deze pagina: