In maart 2017 zijn er Tweede Kamerverkiezingen. Wat er staat er eigenlijk in de verschillende (concept-) verkiezingsprogramma’s over jeugdzorg? Jeugdzorg Nederland zet het op een rijtje.
De periode van het kabinet Rutte II loopt ten einde. Na het Kerstreces komen alleen nog de meest urgente dossiers aan de orde in de Tweede Kamer. In maart 2017 zijn de Tweede Kamerverkiezingen. Wat staat er in de (concept-) verkiezingsprogramma’s van de verschillende politieke partijen over jeugdzorg?
Jeugdhulp of jeugdzorg
Televisieprogramma Brandpunt/Reporter 2021 maakte een zoekmachine waarmee opgezocht kan worden hoe vaak een woord in de verschillende verkiezingsprogramma’s voorkomt. Dat zegt natuurlijk weinig, maar een snelle scan maakt wel duidelijk dat de programma’s CDA, SP, GroenLinks en DENK consequent spreken over jeugdzorg, waar in het programma van D66 alleen de term jeugdhulp voorkomt en in de verkiezingsprogramma’s van VVD, PvdA en ChristenUnie komen beide termen voor. In het verkiezingsprogramma van de PVV komen beide termen niet voor. In het programma van de Partij voor de Dieren staat alleen er geen eigen bijdrage voor jeugdzorg mag zijn, maar een wetsvoorstel met die strekking zal nog voor de verkiezingen door de Tweede Kamer worden aangenomen.
Inhoudelijke hoofdlijnen: 18+/18-
Onderaan dit bericht staan de integrale teksten over jeugdzorg & jeugdhulp uit de verschillende verkiezingsprogramma’s. Een blik op de hoofdpunten uit de verkiezingsprogramma’s laat een mix zien van standpunten. De PvdA benadrukt het belang van werken volgens het principe ‘1 gezin, 1 plan, 1 hulpverlener’. De partij pleit daarnaast voor een soepele overgang van de zorg als een jongere de 18-jarige leeftijd bereikt. SGP en D66 zijn ook van mening dat deze overgang nog niet goed genoeg geregeld is op dit moment. Het CDA benoemt deze problematiek ook, maar dan vooral bij pleegzorg. De ‘abrupte overgang’ van pleegzorg naar zelfstandig wonen moet volgens de christendemocraten beter georganiseerd worden. De SP heeft als standpunt dat de mogelijkheden voor begeleiding en nazorg voor 18+ers moeten worden verruimd.
Aansluiting bij jeugdgezondheidszorg
De VVD zet op haar beurt in het verkiezingsprogramma meer in op een stevige verbinding tussen jeugdhulp en jeugdgezondheidszorg. De rol van de jeugdarts is cruciaal hierin. D66 besteedt ook aandacht aan dit thema. De partij wil zich inzetten om de jeugdgezondheidszorg, die gericht is op vroeg signalering en vroeg interventie, verder te ontwikkelen en te flexibiliseren. Bovendien dient dit zorggebied beter aangesloten te worden op de jeugdhulp.
Marktwerking en bureaucratie
Net als in de ‘reguliere’ zorgmarkt strijdt de SP tegen de ontstane marktwerking in de jeugdzorg. Bovendien mag deze hulp alleen geboden worden door instanties die onder toezicht staan van de inspectie, aldus de partij. Verder zet de SP in op het tegengaan van de bureaucratische handelingen die jeugdzorgmedewerkers moeten verrichten. Er moet volgens hen meer ruimte zijn voor de echte zorgtaak van deze professionals.
Verbinding met onderwijs
De ChristenUnie en GroenLinks pleiten voor een verbinding van het jeugddomein met onderwijs. De ChristenUnie stelt dat door de jeugdhulp dichtbij scholen te organiseren jeugdzorg snel beschikbaar wordt voor kinderen en ouders die ondersteuning nodig hebben. De onderwijssector zou een rol moeten spelen binnen de inkoop van de jeugdzorg door gemeenten. GroenLinks wil het onderwijs en jeugdzorg stimuleren om hechter samen te werken.
Kindermishandeling
Bij meerdere partijen is er aandacht voor de veiligheid van kinderen. De SGP zet dit nadrukkelijk in hun programma. Meldingen van kindermishandeling moeten volgens de partij uiterst zorgvuldig getoetst worden. Het CDA zet op haar beurt in op het behoud van de Kindertelefoon. De PvdA pleit voor meer expertise over kindermishandeling in de wijkteams. Ook DENK vindt dat de expertise in de wijkteams versterkt moet worden. De VVD zet in op een meldplicht bij Veilig Thuis. D66 pleit voor betere signalering en snellere interventies. Ook benadrukt deze partij het belang van waarheidsvinding.
Standpunten Jeugdzorg / jeugdhulp in (concept-) verkiezingsprogramma’s
- Dader uit huis bij kindermishandeling in plaats van kind. Alleen als er vanwege eigen veiligheid geen andere mogelijkheid is, wordt kind uit huis geplaatst.
- Meldplicht aan Veilig Thuis voor professionals om kindermishandeling en – misbruik effectief te bestrijden.
- Op consultatiebureaus moet een betere screening komen op hechtingsproblematiek in gezinnen. Dergelijke problematieken leiden immers vaak tot kindermishandeling of problemen tijdens het opgroeien.
- Stevige verbinding tussen jeugdhulp en jeugdgezondheidszorg door jeugdarts slim in te zetten en samenwerking tussen de verschillende domeinen te stimuleren.
- Met de jeugdwet kunnen gemeenten eindelijk doen wat nodig is: kinderen en gezinnen dichtbij en snel hulp bieden. De schotten tussen de jeugdzorg en jeugd-ggz zijn verdwenen; dat is een grote verbetering. Maar er is nog veel verbetering mogelijk, volgens het principe ‘1 gezin, 1 plan, 1 hulpverlener’.
- Wij willen ouders het recht geven op een familiegroepsplan, zodat zij zelf, samen met hun netwerk, de regie houden over de hulpverlening voor hun kind. Dit is het plan van mensen zélf in plaats van het plan van de hulpverlener. Niet langer het aanbod, maar de hulpvraag staat centraal. Indien nodig wordt het plan beoordeeld door een jeugdbeschermer met een ‘veiligheidsbril’ op, vanuit het belang van het kind.
- Als kinderen echt niet meer thuis kunnen wonen, zien wij liever dat ze in huis worden geplaatst in een pleeggezin of gezinshuis. Alleen als dit écht niet in het belang van het kind is wordt overgegaan tot plaatsing in een instelling.
- Goede samenwerking tussen gemeenten, verloskundigen, consultatiebureaus en scholen is cruciaal. Door problemen vroegtijdig te signaleren voorkomen we escalatie en zorgen we dat kinderen zo snel mogelijk de juiste zorg krijgen. Gemeenten moeten zorgen voor voldoende expertise in de wijkteams op het gebied van kindermishandeling, verstandelijke beperkingen en jeugd-ggz.
- We willen zorgen voor een soepele overgang tussen jeugdzorg, die loopt tot 18 jaar oud, en de zorg voor diezelfde jongere als die 18 is geworden.
- De inbedding van de jeugd-GGZ verdient bijzondere aandacht omdat er aan de ene kant behoefte is aan nauwe samenwerking met de brede jeugdhulp en aan de andere kant ook met psychische, psychiatrische en bredere medische zorg.
- Zorgaanbieders zullen zich met behoud van professionaliteit sector overstijgend moeten richten op gemeenten en regio’s. Zo kan de effectiviteit van de zorg omhoog en kunnen administratieve lasten omlaag. De primaire verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij gemeenten die daar, binnen landelijke kwaliteitskaders, de ruimte voor krijgen. Daarbij moedigt D66 gemeenten en aanbieders aan burgers te betrekken bij de inrichting van hun jeugdhulp.
- D66 zal in de komende kabinetsperiode inzetten op het verder ontwikkelen en flexibiliseren van de jeugdgezondheidszorg, gericht op vroeg signalering, vroeg-interventie en een betere aansluiting op de jeugdhulp.
- Het tegengaan van kindermisbruik en mishandeling hebben bijzondere aandacht. De veiligheid van kinderen moet beter geborgd worden in de jeugdhulp door een betere signalering en snelle interventies. Waarheidsvinding moet voorop staan, zodat alle partijen – allereerst het kind – gehoord worden.
- Wij zien een abrupte overgang van intensieve begeleiding naar hulp op afstand wanneer kinderen achttien jaar worden. Dat gaat soms ten koste van deze jongvolwassenen. We willen voorkomen dat kinderen wanneer zij achttien worden, volledig van de zorgradar verdwijnen, zonder dat dit in de weg staat van hun vrijheid en zelfstandigheid. D66 wil dat de komende jaren gezocht wordt naar en geëxperimenteerd wordt met oplossingen.
CDA
Helaas heeft niet ieder kind een onbezorgde jeugd. Problemen thuis, op school, maar ook fysieke of gedragsproblemen kunnen de ontwikkeling van een kind belemmeren. Wij komen op voor het recht van alle kinderen om zich binnen de eigen mogelijkheden maximaal te ontwikkelen. De overheveling van de jeugdzorg naar de gemeenten heeft nog niet opgeleverd wat we hoopten. Er is nog een wereld te winnen door sneller maatwerk te leveren in de juiste hulp voor het kind en onnodige bureaucratie terug te dringen. Het is daarom van belang dat ouders die vastlopen terecht kunnen bij het Advies- en Klachtenbureau Jeugdzorg. Voor kinderen moet de Kindertelefoon beschikbaar blijven. Wachtlijsten in de jeugdzorg zijn voor ons onaanvaardbaar. Als het echt niet lukt om kinderen thuis veilig te laten opgroeien bieden pleegouders hulp. Hun inzet verdient al onze waardering en ondersteuning. Om de abrupte overgang van pleegzorg naar zelfstandig wonen beter te organiseren, willen wij meer ruimte om de pleegzorg na de achttiende verjaardag te verlengen, als dat in het belang van de jongere is.
- Een kind is geen product. Niet de regels en het geld, maar het kind en het gezin horen centraal te staan in de jeugdzorg. We herstellen het recht op zorg voor alle kinderen. Een veilig gezin voor jongeren krijg je niet door lijsten af te werken of rapportages te tikken, maar door in de gezinnen aanwezig te zijn. We geven medewerkers in de jeugdzorg ons vertrouwen en maken een einde aan overbodige bureaucratie.
- We bestrijden de marktwerking in de jeugdzorg, de zorg voor jongeren wordt alleen aangeboden door instanties die onder toezicht staan van de inspectie. Particuliere zorgverleners – die vaak nauwelijks verantwoording hoeven af te leggen over hun hulpverlening – laten we niet meer toe.
- De mogelijkheden voor begeleiding en nazorg in het kader van de jeugdzorg na de 18e verjaardag worden verruimd.
SGP
De gemeente is sinds kort verantwoordelijk voor jongeren die extra hulp en ondersteuning nodig hebben. Iedere gemeente gaat daar anders mee om. Het is de taak van het Rijk om de kaders van de Jeugdwet te handhaven. Op zich te rechtvaardigen verschillen moeten wel gewoon kunnen blijven bestaan. Knelpunten zijn de onnodige administratieve rompslomp en het feit dat de zorg voor jongeren abrupt eindigt als ze 18 worden.
In sommige gevallen is het gezin helaas geen veilige plaats voor kinderen. Dat is triest voor alle betrokkenen. De overheid moet dan ingrijpen. Dat is overigens alleen gerechtvaardigd als de veiligheid van het kind in gevaar is. Het zou goed zijn als zo’n ingrijpende maatregel beperkt blijft tot een zo kort mogelijke termijn.
- De Rijksoverheid dient erop toe te zien dat gemeenten voldoen aan hun verplichting om identiteitsgebonden hulp te bieden.
- In de jeugdhulpverlening moet ervoor gezorgd worden dat op landelijk niveau voldoende specialistische expertise aanwezig is, zodat kinderen niet tussen wal en schip vallen. De overheid moet ingrijpen wanneer de veiligheid van kinderen bedreigd wordt. Meldingen van kindermishandeling moeten wel uiterst zorgvuldig worden getoetst, zodat gezinnen niet onterecht aan een belastend onderzoek onderworpen worden.
- Als kinderen inderdaad bij de ouders weggehaald moeten worden, dient het verzoek daartoe deugdelijk onderbouwd te zijn. Dat wil zeggen: recht doend aan de principes van hoor- en wederhoor en het recht op second opinion. De rechter moet dat goed nagaan.
GroenLinks
GroenLinks zet in op de verbinding tussen jeugdzorg en het onderwijs. Bovendien ondersteunt de partij de gedachte achter de decentralisaties, maar de overheveling van taken is nog niet af. Dit leidt tot twee concrete standpunten:
- GroenLinks ondersteunt de gedachte achter de decentralisaties. De overheveling van taken is nog niet af. Rijksoverheid en gemeenten ontwikkelen daarom een gezamenlijk programma om de ‘lokale verzorgingsstaat’ verder vorm te geven.
- Het onderwijs, de kinderopvang, peuterspeelzalen, voor- en vroegschoolse educatie en jeugdzorg worden gestimuleerd om hechter samen te werken. In het bijzonder worden zij wettelijk en financieel gestimuleerd brede voorzieningen te ontwikkelen, zoals kindcentra.
Naast het verkiezingsprogramma heeft GroenLinks op de website een uitgebreider standpunt over jeugdzorg staan.
Sterke gezinnen: Het is hoog tijd om meer aandacht te besteden aan sterke en liefdevolle gezinnen.De ChristenUnie wil dat stellen met kinderen tools aangereikt krijgen om te kunnen bouwenaan hun relatie en aan het ouderschap. Zo moet de geboortezorg niet alleen gericht zijn op delichamelijke voorbereiding op de komst van een kindje, maar ook op de mentalevoorbereiding. Onderzoek laat zien dat voorlichting en begeleiding positief werken tegen stressin de relatie. Een kind is het beste af als de ouders het samen goed hebben, daarom willen weouders ondersteunen door ouderschapscursussen via consultatiebureaus aan te bieden. In de huidige cultuur zijn de verwachtingen van relaties hoog en tegelijkertijd is trouw inrelaties niet vanzelfsprekend. De afgelopen decennia is het aantal echtscheidingen enverbroken relaties fors toegenomen. Voor kinderen is de echtscheiding van hun ouders vaak bijzonder ingrijpend. Steeds meer raken we hiervan doordrongen, zeker als we de verhalen horen over pijnlijke vechtscheidingen. Inzet op ondersteuning bij relatieproblemen is nodig omdat daarmee kinderen in hunkwetsbare positie worden beschermd en veel relatieleed voor ouders wordt voorkomen. De stap om in relatietherapie te gaan is voor veel stellen groot. De kosten van relatietherapiemogen daarbij geen belemmering zijn, de ChristenUnie wil daarom de therapie gaan vergoeden vanuit het basispakket.
- Meer aandacht in de prenatale voorlichting voor psychosociale aspecten en veranderingen in de relatie als gevolg van het vader- en moederschap.
- Ouderschapscursussen moeten laagdrempelig beschikbaar zijn.
- Het vergoeden van relatietherapie vanuit het basispakket van de zorgverzekering.
Door de jeugdzorg te decentraliseren heeft het Rijk het vertrouwen uitgesproken in gemeenten dat zij samen met de jeugdzorgaanbieders de jeugdhulp kunnen organiseren. In eerste instantie is ingezet op zorg continuïteit. Om de transformatie naar de bedoeling te laten slagen zal er verder ingezet gaan worden op preventie en vroeg signalering, zodat kinderen eerder worden geholpen en verergering van klachten wordt voorkomen. Want ouders en kinderen zijn er bij gebaat als op het juiste moment de juiste zorg beschikbaar is. Zo licht of zo zwaar als nodig is.
De individualisering is doorgeslagen, er worden in onze samenleving hoge eisen aan kinderen en jongeren gesteld. Als een kind daar niet aan kan voldoen dan leidt dat te vaak tot medicalisering. Kinderen al jong belasten met een diagnose is niet altijd in het belang van het kind. Onnodige medicalisering moet worden voorkomen. In het hulpverleningstraject willen we de eigen kracht en de netwerken van gezinnen inzetten en versterken. Jeugdhulp moet beschikbaar zijn voor alle kinderen en ouders die ondersteuning nodig hebben. Om snel hulp te kunnen aanbieden is het belangrijk om de zorg dicht bij school te organiseren. Dit kan door het onderwijs te betrekken bij de inkoop van de jeugdzorg door de gemeente. Het is ongewenst om leraren met steeds meer zorgtaken te belasten. Zij horen zich primair bezig te houden met het onderwijs. Door expertise in de school te halen kunnen leerkrachten eenvoudig zorg erbij halen, zo wordt ingezet op preventie en wordt voorkomen dat op termijn doorstroming naar duurdere en zwaardere vormen van zorg nodig is. Tegelijkertijd ontlast het de leerkracht die met zijn of haar zorgen over een kind terecht kan bij een professional, die de zorg overneemt. Als kinderen (tijdelijk) niet thuis kunnen wonen vervullen pleegouders en gezinshuizen een belangrijke rol, ze bieden kinderen een gezin waar ze zich veilig kunnen voelen, waar ze liefde en aandacht krijgen en waar ze gewoon kind kunnen zijn. Kindermishandeling is een groot probleem en het komt te vaak voor. Kinderen hebben het recht om veilig te zijn, om beschermd te worden tegen kindermishandeling. De gevolgen van mishandeling kunnen groot zijn. Daarom is het belangrijk dat er extra wordt ingezet op het voorkomen en stoppen van kindermishandeling.
Partij voor de Dieren
Geen eigen bijdrage voor jeugdzorg.
DENK
DENK vindt dat de zorg voor jongeren met een beperking en pleegkinderen meer aandacht behoeft. De nieuwe Jeugdwet biedt de kaders, maar de invulling kan veel beter. DENK is daarom:
- Vóór een landelijk vastgestelde basis voor de jeugdzorg aan de hand van landelijke prestatie-indicatoren
- Vóór het versterken van de expertise in de gemeentelijke jeugdteams. De jeugdteams mogen geen doorverwijsclubje worden, maar moeten wijkhulpteams zijn
- Vóór een betere matching tussen pleegouders en biologische ouders, omdat de situatie van pleegzorg altijd uitgaat van terugkeer naar de biologische ouders
- Vóór het toegankelijk houden van het speciaal onderwijs voor kinderen die voor hun cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling daar voordeel bij hebben. Wij maken een einde aan de neiging om kinderen zonder passende ondersteuning te plaatsen in het regulier onderwijs.
PVV
Geen tekst over jeugdzorg / jeugdhulp in verkiezingsprogramma.
P.S. Dit artikel is gebaseerd op de versies van de (concept-) verkiezingsprogramma’s zoals die eind december 2016 beschikbaar waren.