Voorjaarsnota: geen investering in toekomst van de jeugd
Jeugdzorg Nederland is, ondanks extra middelen op de korte termijn, teleurgesteld in de vandaag gepresenteerde Voorjaarsnota. Hoewel het volgens de branchevereniging goed is dat een deel van de bezuinigingen op de jeugdzorg worden uitgesteld tot 2028, blijven ze als een donkere wolk boven de sector hangen. Daarnaast blijven brede investeringen in een sterke basis voor kinderen en gezinnen uit. Het kabinet biedt daarmee tijdelijke oplossingen voor structurele problemen. Duurzame oplossingen om de bestaanszekerheid en veerkracht van kwetsbare kinderen en gezinnen te vergroten zijn hard nodig. Onder andere om in de toekomst de instroom naar de jeugdzorg te kunnen verlagen.
Leon Noorlander, directeur van Jeugdzorg Nederland, vindt het positief dat er tussen 2025 en 2027 bijna 3 miljard euro extra vrij komt voor de jeugdzorg: “Dat helpt op korte termijn om de kramp op de noodzakelijke hervormingen in de jeugdzorg weg te nemen.” Wel waarschuwt Noorlander dat we hiermee de financiële problemen doorschuiven naar 2028 en daarmee een nieuw zwaard van Damocles boven de sector komt te hangen.
“Inmiddels maakt 1 op 7 kinderen gebruik van jeugdzorg. Het is dus onbegrijpelijk dat het kabinet nog steeds niet breed investeert in de toekomst van kwetsbare kinderen en gezinnen, zoals staat het advies van de deskundigencommissie Van Ark.” Het kabinet neemt veel van de inhoudelijke adviezen niet over. “We zien als sector niets liever dan dat de instroom in de jeugdzorg fors omlaag gaat. Daarom moet er juist nu worden geïnvesteerd in de veerkracht en bestaanszekerheid van kinderen en gezinnen.”
Volgens Noorlander is het bovendien zeer onverstandig dat het kabinet vanaf 2028, 260 miljoen wil besparen door middel van een eigen bijdrage voor de jeugdzorg: “Wij zijn tegen een eigen bijdrage. Het kan niet zo zijn dat kwetsbare kinderen en gezinnen hierdoor zorg gaan mijden.”
Geen geld voor betere jeugdbescherming
Uit de Voorjaarsnota blijkt ook dat er geen geld is gereserveerd voor het Toekomstscenario Kind- en Gezinsbescherming. “Het jeugdbeschermingsstelsel in de huidige vorm is niet langer houdbaar. Met het Toekomstscenario werken we aan een eenvoudiger, gezinsgericht stelsel dat transparantie, rechtsbescherming en verbetering omarmt. Ondanks dat we de gekozen ontwikkelrichting van Rijk en gemeenten nu niet steunen, moeten we echt fundamenteel aan de slag met de jeugdbescherming. Links of rechtsom zijn hier middelen voor nodig,” aldus Noorlander.
Onzekerheid in de sector
Ondanks het geld dat nu beschikbaar is gesteld blijft er volgens Noorlander veel onzekerheid in de sector: “Dat heeft enerzijds te maken met de bezuinigingen die vanaf 2028 de sector zullen raken maar ook met het verlagen van de loon- en prijsbijstelling op de korte termijn. Als tarieven niet geïndexeerd kunnen worden wordt het straks voor jeugdzorgorganisaties lastig om een ruimhartige cao af te sluiten. Dat maakt het aantrekken en behouden van gekwalificeerde professionals in een krappe arbeidsmarkt nog moeilijker.”
Noorlander wijst erop dat jeugdzorgprofessionals al jaren kampen met hoge werkdruk en nijpende personeelstekorten: “Onze mensen werken keihard, maar lopen op hun tandvlees. We moeten er alles aan doen om ze te behouden voor onze sector. Alleen met goed ondersteunde professionals kunnen we de noodzakelijke veranderingen in de jeugdzorg mogelijk maken.”
Doen wat nodig is
Jeugdzorg Nederland roept de Tweede Kamer daarom op om in het aankomende debat over de Voorjaarsnota alsnog structurele keuzes te maken die kwetsbare kinderen en gezinnen écht helpen. Dat betekent: structureel voldoende middelen voor gemeenten om te investeren in de domeinen rondom de jeugdzorg (onderwijs, wonen, volwassenenzorg), ruimte om stevige lokale teams op te richten en een duurzame transformatie van de jeugdbescherming. Noorlander: “We verwachten van de politiek dat zij verantwoordelijkheid neemt en doet wat nodig is. De inhoud moet daarin leidend zijn. Niet het geld.”