’Waarom moeilijk doen als het samen kan’

Maaike is een alleenstaande moeder van twee bijna-puberzonen.  Zij en haar man zijn gescheiden toen de kinderen nog heel klein waren. Haar ex-man is gaan reizen en ziet de kinderen sporadisch.

Maaike staat er voor haar gevoel helemaal alleen voor. Ze heeft  veel zorgen om haar jongste zoon Mike. Hij laat veel gedragsproblemen zien en heeft zijn bingokaart aan diagnoses, zoals hij zelf gekscherend zegt, al bijna vol. Hij bepaalt graag zelf en draait zijn dag- en nachtritme om. En Mike is veel boos.

Het gaat niet goed thuis. Het ontbreekt Maaike echt aan tijd en energie om haar huis op orde te houden: het is een bende. Ze heeft al haar energie nodig om haar baan en daarmee haar inkomen vast te houden en om er te zijn voor haar jongens. De administratie, haar ouders die een dagje ouder worden. Ze houdt al een hele tijd met moeite alle ballen in de lucht.

Er is veel ambulante hulp ingezet, waar Maaike voor haar gevoel ook weer heel druk mee was en ze komt al zoveel tijd tekort voor haar gevoel. Dus ze ervoer de hulp als extra last. Het lukt haar niet meer al die ballen in de lucht te houden. Ze overweegt zelfs of het niet beter is dat Mike ergens anders opgroeit.

Op mijn vraag wat ze het allerliefst zou willen geeft ze aan te willen slapen. Heel lang slapen en rust. En natuurlijk wil ze niet dat Mike uit huis uit gaat, maar zo kan het ook niet meer. Ze kan er nu niet voor hem zijn en hem de tijd, de structuur en liefde geven die hij zo hard nodig heeft. Ze voelt alleen nog frustratie. Ze zou graag willen dat iemand opnieuw goed naar Mike kijkt en met hem praat. Maaike kan zich niet vinden in alle diagnoses, ze herkent ze niet.

Samen zoeken, en vinden we een psychiater  die tijd wil maken om het balboekje eens met Mike door te nemen en met frisse ogen mee te denken. Op mijn vraag aan Maaike wie in haar omgeving kan helpen antwoordt ze niemand te hebben. Ja, natuurlijk heeft ze wel familie en vrienden, maar niemand die ze met haar vragen kan belasten. Denkt ze. Ze doet het toch.

Ze durft het uiteindelijk toch aan om met de dierbare mensen om haar heen in gesprek te gaan. Ze te vertellen hoe het met haar gaat en dat ze het moeilijk heeft.

Er staan wat stoelen buiten, niet te veel. Maaike zou het wel erg confronterend vinden als er een paar stoelen leeg zouden blijven, maar al gauw moet er een statafel bij de buren uit de schuur gehaald worden. Deze betrokkenheid roert Maaike zichtbaar.

Het is stil wanneer Maaike met de tranen in haar ogen vertelt hoe het met haar en haar jongens gaat. Haar familie en vrienden zijn niet heel verbaasd, ze hadden wel gezien dat het niet goed ging. Wanneer ze haar vroegen hoe het gaat wimpelde Maaike het af ‘het gaat prima’. Ze durfden niet door te vragen.

Op mijn vraag of ze mee willen denken om samen met Maaike een plan te maken om haar te helpen gaat het los. Ik kom er niet meer door. Een beetje hulpeloos kijk ik  oom Harry aan. Oom Harry, een grote man met rossig haar en een net zo grote rossige snor, heeft aanzien binnen de familie. Wanneer oom Harry spreekt luistert iedereen. Familie of niet. Oom Harry knikte naar mij en nam het woord: ‘mensuuh even koppe dicht. Het is heel simpel’. In korte, maar niet mis te verstane woorden doet hij uit de doeken wat hij geobserveerd heeft en wat  volgens hem het plan moet zijn. Hij verdeelt taken, rekening houdend met ieders talenten.  De anderen knikken instemmend. Er komt een plan tot stand waarin familie en vrienden om Maaike heen gaan staan.

Oom Harry krijgt  de regie. Normaal gesproken zou er een bij ruzie met Mike bijvoorbeeld de politie gebeld worden, nu wordt oom Harry gebeld. Wanneer er iemand bij Maaike thuis komt, helpen we allemaal mee. Hulpverleners ook. Geen gesprekken meer op de bank, maar praten tijdens het onkruid wieden, de douche soppen of de afwas doen. Om de beurt komt er 2 keer per week iemand bij Maaike en de kinderen slapen zodat Maaike die nachten rustig door kan slapen.

Langzaam krijgt Maaike weer regie terug in haar leven. De rust die haar dat zichtbaar geeft, straalt weer af op de kinderen. De extra tijd die ze nu over heeft besteedt ze aan leuke dingen doen met de kinderen. Dat geeft haar, maar zeker de kinderen zoveel positieve energie.

En Mike, die blijft zijn heerlijke zelf, maar de mensen om hem heen kunnen hem beter ondersteunen. De frisse ogen van de psychiater hebben een nieuw licht laten schijnen op het gedrag van Mike, hij lijkt niet-aangeboren hersenletsel te hebben, opgelopen bij zijn geboorte. De passende begeleiding die hij en het gezin hiervoor nu krijgt sluit beter aan, er meer begrip voor elkaar.

Wat was het dapper van Maaike om dit moeilijke  gesprek te voeren met haar dierbaren, ondanks de schaamte die ze voelde om haar problemen te delen en hulp te vragen. Wat heeft het mij geraakt hoe Maaike het toch heeft durven  vragen en zich kwetsbaar heeft opgesteld, maar nog meer hoe alle dierbaren om Maaike heen zijn gaan staan.

Ik ervaar binnen mijn werk met grote regelmaat hoe individualistisch onze maatschappij in de loop der jaren is geworden. Waar we nu vaak hulpverleners inzetten terwijl een schouder van een familielid of vriend helender kan zijn. En eerlijk, hebben we allemaal niet een community om ons heen nodig om onze problemen het hoofd te bieden en voor onze kinderen te zorgen? Ons verhaal of zorgen te delen en soms wat hulp te mogen aannemen. Soms vragen te mogen stellen en gerustgesteld te mogen worden. Om met de wijze woorden van Loesje te spreken: ‘waarom moeilijk doen als het samen kan’.

In de serie ‘Jeugdzorg in de praktijk’ vertellen jeugdzorgprofessionals wat zij meemaken tijdens hun werk.  Karine Jackson is een van de bloggers. Karine werkt al dik 20 jaar als professional binnen de jeugd- en gezinshulp bij Pactum. Als zorgadviseur vertaalt ze de ingewikkelde hulpvragen naar passende zorg. Daarnaast is ze ambassadeur jeugd en doet ze er alles aan om de stem van de professional te vertegenwoordigen op gemeentelijk, regionaal en landelijk niveau, om het beleid ondersteunend te laten zijn aan de praktijk. “Want laten we eerlijk zijn: de echte hulpverlening vindt plaats tussen de professional en de cliënt en zou het systeem niet ondersteunend moeten zijn aan het proces?” Met haar blogs deelt Karine graag haar ervaringsverhalen: de mooie, succesvolle, grappige, maar ook de worstelingen en dilemma’s.


Deel deze pagina: