Nadya Aboyaakoub – Akkouh, wethouder voor GroenLinks in Amersfoort, heeft jeugdzorg in haar portefeuille. “Iedereen zou kansrijk, veilig en gezond moeten kunnen opgroeien. Dat is de kapstok van alles wat we doen,” zegt de wethouder.
“Als het gaat om de jeugd willen wij die veilige, gezonde en inclusieve leefomgeving mogelijk maken. Maar dat doe je als gemeente niet alleen, die opgave is van iedereen. Daar is jeugdzorg heel belangrijk in. Voor mij is dat letterlijk zorgen voor de jeugd vanaf het ongeboren kind tot toekomstig ouderschap. Voorkomen is beter dan genezen is het adagium. Daar is het hele beleid op gestoeld. Maar ook het maken van keuzes, in het kader van een kansrijke start, hoort erbij.”
Kies wel bewust
“Zo is er bijvoorbeeld het programma ‘Nu niet Zwanger’. We zeggen niet dat iemand aan de anticonceptie moet. Maar kies wel bewust voor het ouderschap, zorg dat het je niet overvalt, juist als je al in een kwetsbare positie zit. Dat is heel belangrijk. We weten dat kinderen vaak minder kansrijk opgroeien in gezinnen waar de veerkracht stelselmatig moeilijk aanwezig is. Denk bijvoorbeeld aan stellen met een verstandelijke beperking of mensen met een kinderwens die verslaafd zijn of schulden hebben. Die hebben vaak langdurig of levenslang ondersteuning nodig. Natuurlijk gun je mensen met een kinderwens een kind. Maar het is wel goed om daar bewust over na te denken. Over wat er gebeurt als het kind er eenmaal is. Wat je allemaal moet regelen. Ook dát hoort bij die kansrijke start.”
Optrekken met het medisch domein
“De verloskundige speelt in zo’n situatie een belangrijke rol. Je ziet dat we het medisch en sociaal domein steeds meer met elkaar verbinden. Omdat heel veel medische problematiek te herleiden is naar het opgroeiklimaat. Naar de straat of de wijk waar je woont. Het begint met iets waar je last van hebt. Moeilijk rondkomen, bijvoorbeeld. Of de opvoeding van de kinderen. Dat geeft stress, het gaat in je lijf zitten. En voor je het weet zit je bij de huisarts. Die lost het op met medicatie, terwijl dat eigenlijk iets anders had moeten zijn. Daarom trekken we nu ook steeds meer op met het medisch domein, met de eerstelijnszorg van huisartsen. En wat ook goed in de lijn van de hervormingsagenda past, is dat wij sinds dit jaar met één integrale aanbieder van specialistische jeugdhulp werken.”
Een gezond opgroeiklimaat waarborgen
“Voordat je die specialistische jeugdhulp inzet heb je eerst de ouders nodig. In de Jeugdwet staat heel nadrukkelijk de verantwoordelijkheid van de ouders. Waar dat minder goed lukt, komt de overheid in beeld. Dat is waar wij voor staan. We helpen een gezond opvoed- en opgroeiklimaat te waarborgen. Vaak zie je dat jeugdzorg ingezet wordt, terwijl er ook andere problematiek speelt. Een armoedeprobeem of huiselijk geweld. Het kind is vaak letterlijk het kind van de rekening.”
De gemeenschapszin versterken
Kijken naar ouders en hun omgeving. Dat is wat de wethouder de komende jaren veel meer wil doen. Kijken naar de schil om kinderen en ouders heen, naar informele netwerken. Naar kinderopvang en onderwijs. “Daar
willen we veel meer de verbinding zoeken. Want dáár zijn de kinderen en hun ouders. De overheid moet dat wel faciliteren, soms wettelijk, soms vanuit partnerschap. Dát is de integrale opdracht die voor ons ligt.
Niet alleen vanuit die hervormingsagenda, maar ook vanuit onze eigen morele plicht, die er eigenlijk altijd al ligt als je staat voor je inwoners. Het is belangrijk dat we de gemeenschapszin versterken. Niet alleen gericht
op het kind, maar ook op de factoren om het kind heen.”
Zo heeft elk gebied iets anders nodig
“Ik ben wijkwethouder van Liendert en Rustenburg. In die wijk zijn nogal wat uitdagingen. Laaggeletterdheid, jongeren die voortijds school verlaten. Veel mensen, zo’n veertien procent, met een uitkering. Dan weet je
dat de inkomensbestaanszekerheid onder druk staat. En daarmee ook het opvoed- en opgroeiklimaat. Als je stress hebt over geld, tsja, dan ben je een minder relaxte opvoeder. Maar dat zegt niet alles, want in de betere wijken, waar beide ouders banen hebben, zijn er andere uitdagingen. Want ouders zijn vaak niet thuis. Wij proberen daar geen oordeel over te vellen, maar kijken naar wat een bepaalde wijk nodig heeft. Neem een grote Vinex-wijk als Vathorst waar minder inkomensproblemen zijn. Daar zie je iets anders, namelijk dat het echtscheidingscijfer hoog ligt. Dat betekent dat mensen daar meer met jeugdzorg te maken hebben omdat je met verstoorde verhoudingen zit, waardoor kinderen de dupe worden van strijd.”
Een project om trots op te zijn
Op school worden onderwijs-zorgarrangementen aangeboden, die te maken hebben met uitval. De wethouder vertelt dat op een van de VO-scholen een ‘backup klas’ is gevormd. “De kinderen zouden anders gewoon thuiszitten. Maar met een goede zorgondersteuning, begeleiding en ruimte, kan een kind toch op school blijven. Een ander voorbeeld is de sociaal werker die op twaalf van onze basisscholen rondloopt. Deze professional kan een heel andere interactie aangaan met kind, leerkracht en ouders. Kan eerder signalen oppikken als er een lastige uitdaging in een gezinssituatie optreedt. Ook een leerkracht kan soms iets aangeven. Het zijn SKJ gekwalificeerde professionals, ouders weten dat zo’n sociaal werker er is. Zo kan je vanuit vertrouwen, openheid en transparantie met elkaar optrekken. En inderdaad, ik ben er wel trots op hoe wij het wijkteam hier vorm hebben gegeven.”
Zinvol investeren
Alleen in het basisonderwijs zitten kinderen – van groep 1 tot en met 8 – al zo’n achtduizend uur op school, becijfert de wethouder. “Vandaar dat ik zeg, investeer in de onderwijszorg, in die sociaal werker, in brugfunctionarissen op basisscholen en voortgezet onderwijs. En vergeet niet voor een goede, zinvolle vrijetijdsbesteding te zorgen! De meeste kinderen in Nederland halen hun zwemdiploma en kiezen dan een andere sport. Vaak een breedtesport, voetbal bijvoorbeeld. Maar ook dat brengt weer een uitdaging met zich mee. Want die derde helft is heel belangrijk. Kinderen worden hier van jongs af aan al blootgesteld aan het drinken van alcohol. Want hier kan gewoon alcohol geserveerd worden, in sportkantines bijvoorbeeld. In het buitenland is dat niet zo. Uit cijfers blijkt dat een derde van de kinderen thuis alcohol leert drinken. Ouders zijn heel
belangrijk. Wat je van thuis meekrijgt heeft meer invloed dan een preventieprogramma.”
Een eigen bijdrage voor jeugdzorg?
Uit de voorjaarsnota blijkt dat het kabinet een eigen bijdrage voor jeugdzorg gaat introduceren. De wethouder vindt dat echter een bijzonder slecht voornemen. In 2015 was zij wethouder in Nijkerk, waar zo’n eigen bijdrage werd gevraagd. “Die werd heel vaak niet geïnd omdat dat lastig was en ook nog een administratieve rompslomp. Bovendien heb je het fenomeen ‘zorgmijders’. Juist in gezinnen waar het al lastig opvoeden en opgroeien is, raak je juist die ouders het meest als je een ouderbijdrage vraagt. Dat kan net een drempel zijn voor de gezinnen waar wij het over hebben. Er zijn collega’s in het land die het wel een goed idee vinden om de ouders iets te laten betalen. Maar dan ben je blind voor de grote groep die een eigen bijdrage wél als een obstakel ziet. Bovendien, ik vind het een recht: zorg voor de jeugd. Alles wat je nu niet doet, krijg je op een andere manier, vanuit een ander loket, later in het leven terug. Dak- en thuisloosheid en uitkeringen, bijvoorbeeld. Als gemeente ga je over zoveel dingen. Voor een paar euro per maand zet je toch niet het leven van een inwoner op het spel? Zorg kost nu eenmaal geld. Bovendien, achter het idee zit een systematiek die geldgedreven is in plaats van waardegedreven.
Ik vind het belangrijker dat we de inwoners die we al ondersteunen, constant vragen hoe ze dat ervaren. Dat je spiegelgesprekken voert met elkaar. Waarmee je de kwaliteit van de zorg én de stem van de inwoner tijdens het traject vasthoudt.”
Dit artikel stond in het JN-magazine van juni 2024 met als thema ‘in beweging’.
Je kan het hele magazine bekijken via deze link.
Fotocredits headerfoto: Patrick Siemons
Fotocredits ronde foto: Gemeente Amersfoort