Van de bodem naar de top

Nicky Berkhout werkt voor Kenter Jeugdhulp. In 2004 was ze pedagogisch medewerker op een leefgroep. Natasja was zestien jaar en woonde daar.

“Natasja woonde al enige jaren in een gezinshuis dat werd gerund door een echtpaar. Kenter nam dit huis in 2004 over als leefgroep en ik zat in het team dat daar ging werken. In het dossier had ik gelezen dat Natasja op jonge leeftijd haar moeder had verloren. Haar vader was alcoholist. Als kind werd Natasja misbruikt door een ‘familievriend’.

“Ik ben je mentor Nicky, aangenaam”, stelde ik mezelf voor. “Niet aangenaam voor mij”, antwoordde ze. “Dit is een leukerdje, daar ga ik nog wat mee beleven”, dacht ik direct. Natasja kwam letterlijk en figuurlijk over als een stevig meisje. Op een leuke, brutale manier was ze assertief. En ze had humor. Met dit soort jongeren werk ik graag. Natasja kreeg therapie voor haar trauma’s. In de loop van mijn eerste jaar werden haar problemen heftiger. Ze automutileerde fors en had behoorlijke littekens op haar armen en benen. Na een zelfmoordpoging met pillen moest haar maag leeggemaakt worden. Ik bracht haar hiervoor naar het ziekenhuis. Daar kreeg ze via een slang Norit toegediend waardoor ze overgaf. Dat ging met  een enorme kracht. Ik wist op tijd weg te springen, maar verder zat werkelijk alles onder dat gitzwarte spul: muren, deuren, de witte jas van de arts en zelfs diens gezicht. Natasja was net het meisje uit de film de Exorcist. In de auto terug konden we er samen verschrikkelijk om lachen. Het was onze manier om met dingen om gaan: niet te diep, relativerend, en weer verder. Rap daarna werd duidelijk dat Natasja niet bij ons kon blijven en meer hulp nodig had. Ze werd opgenomen in de psychiatrie.

‘ZE IS GESTUITERD, GEPOETST, BIJGESLEPEN EN EEN PRACHTIGE VOLWASSEN VROUW GEWORDEN’

Toen al schreef ze veel, dagboeken vol. Naar mij schreef ze brieven, ook toen ze niet meer bij ons woonde. Ze kwam regelmatig op bezoek. Met lede ogen zag ik haar verder afglijden. Rock bottom ging ze: drank, drugs, pillen, snuiven. Ze kon roekeloos zijn: klom in dingen en sprong van de ene naar de andere zuil terwijl ze wist dat ze dood kon vallen als ze missprong maar dat risico nam ze voor lief. Toen ze dat achteraf vertelde aan mij, werd ik boos: “Wil je dat ik voor je applaudisseer of zo?”

Ik denk dat ze mij al die tijd bleef opzoeken omdat ze wist dat ik haar niet afwees. Ik was geen moederfiguur, ik was een volwassene die ze nodig had en die eerlijk zei waar het op stond. En onze karakters klikten. Uiteindelijk belandde Natasja in het daklozencircuit. Hartverscheurend vond ik het, iemand met zoveel talent! Toch voelde ik in mijn hoofd en hart dat ze er zou komen.Het zou een bumpy ride worden, maar ze zou herstellen.

Op een dag werd ze ‘aangeraakt door God’, zo noemde ze het. Aanvankelijk dacht ik: “Godsdienstwaanzin staat nog niet op haar diagnoselijstje, dat kan er nog wel bij.” Maar zoals veel mensen die diep gezonken zijn, herstelde ze op eigen kracht, zonder psychiatrische hulp. In het begin was ze naar mij nogal evangeliserend, maar het bleef ‘aan’ tussen ons. Ik ben katholiek opgevoed, maar de kerk accepteert niet dat ik lesbisch ben dus daar was ik snel klaar mee. Toch ben ik op mijn eigen manier gelovig. Natasja en ik hebben er veel en best pittige gesprekken over gevoerd, maar het was en is goed zoals het is.
Natasja heeft enorm hard gewerkt. Ze is een doorzetter en benut haar kwaliteiten.

In 2013 verscheen haar boek ‘Mama zei dat ik zou sterven’. In dit debuut beschrijft ze haar leven. Daarvoor heeft ze geput uit onze correspondentie. Die had ik ook bewaard. Ze is getrouwd, werkt voor het Leger des Heils en met haar man zet ze zich in voor Roma in Roemenië. Ze is stadsdichteres geweest van Beverwijk. Drie jaar terug werd tongkanker geconstateerd en zweefde ze op het randje van de dood, maar ze overleefde. In het Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis ligt een dichtbundel van haar over die periode. Patiënten putten kracht uit haar poëzie.

In mijn werk heb ik honderden jongeren gezien en geholpen. Uiteindelijk zijn de jongeren die het niet gered hebben op één hand te tellen. Sommigen veren pas op als ze zich op de bodem kunnen afzetten. Natasja was er zo één. Ze was een ruwe diamant. Ze is gestuiterd, gepoetst, bijgeslepen en een prachtige volwassen vrouw geworden die veel voor anderen betekent. Natasja heeft van mij geleerd dat je wel kan vertrouwen op mensen. Van haar heb ik geleerd dat betrouwbaarheid het allerbelangrijkste is in dit werk. Het is het grootste goed om te bieden en om te ontvangen.”


Deel deze pagina: